Interview met Larry “Mud” Morganfield, Muddy Waters’ oudste zoon

Exclusief interview met Larry “Mud” Morganfield  door Giel van der Hoeven  met foto’s van © José Gallois  & © Kirk West & © Movinmusic in het Park Hotel Den Haag op zaterdag 19 april 2014

Zijn legendarische vader McKinley Morganfield a.k.a. Muddy Waters (1913-1983) scoorde begin jaren vijftig al belangrijke hits met o.a. ‘Hoochie Coochie Man’, ‘I Just Want To Make Love To You’ en ‘I’am Ready’. En als hij in 1958 naar Europa (Engeland) komt – zijn oudste zoon Larry is dan nog maar een kleuter van amper 4 jaar – wordt Muddy’s grootste hit wereldwijd een feit, ‘Mannish Boy’. Hiermee zal The Father of the Electric Blues hele generaties beïnvloeden, zo zou later blijken. Want blues muziek was tot op dat moment iets heel anders, vooral akoestische muziek. Mudy Waters wordt daarom algemeen beschouwd als de uitvinder van de elektrische blues en baande een weg voor vele elektrische blues- en rock and roll bands en artiesten (met hun wilde levensstijl) die na hem kwamen. Larry “Mud” Morganfield (27 sept. 1954) is de oudste zoon van Muddy Waters en heeft zowel fysiek als vocaal een opvallende gelijkenis met zijn vader. Als je hem ziet optreden of indien je naar zijn laatste plaat ‘Son Of The Seventh Son’ luistert, zie en hoor je in Mud de levende erfenis van vader Muddy. In 2007 organiseerde Larry en zijn jongere broer, de blueszanger en gitarist “Big” Bill Morganfield, samen met een aantal professionele musici een tribute concert voor hun vader. In combinatie met een optreden in dat zelfde jaar op het Chicago Blues Festival bracht dat Mud Morganfield toen onmiddellijke (h)erkenning. Met als gevolg twee prachtige albums ‘Fall Waters Fall’ (2008) en ‘Son of a Seventh Son’ (2012), plus diverse live performances in voornamelijk de VS en Europa. In april van dit jaar kwam ‘the eldest son of a seventh son’ weer even over uit Chicago voor een korte tour door Nederland en Groot-Brittannië. Alwaar we hem daags na het optreden in Het Paard in een hotel in het centrum van Den Haag konden onderscheppen voor een vraaggesprek in de lobby. Dit alvorens het gezelschap deze dag weer naar Terneuzen (zaterdagavond) en naar Amsterdam (zondags) zou vertrekken voor nog twee optredens in ons land.

Taildragger & Mud Morganfield Rhythm Room Allstars

Hallo, mister Morganfield, in oktober 2013 hebben wij van TBA? een fotoverslag gemaakt van uw optreden in Lantarenvenster  te Rotterdam. Maar toen speelde u met een andere band dan tijdens deze tour. Hoe gaat de samenstelling van een Europese backingband eigenlijk in zijn werk?
– In Rotterdam was het een dubbelconcert met James Yancy Jones, beter bekend als Taildragger. Daar hadden we samen de The Rhythm Room All-Stars  als backing band, met Bob Corritore op de bluesharp. En nu heb ik een hele goede Britse bluesharpspeler in de band, Steve West Weston. Dit zijn muzikanten die ik in overleg met mijn boekingsagent Mike Hellier voor deze tour heb ingehuurd. “Mike is a great guy”, hij drumt zelf ook in de band en verder spelen mee: contrabassist Ian Jennings, een Deense bluesgitarist Ronni Boysen en pianist Eric Ranzoni met Italiaanse roots. Betrouwbare bookingagencies zijn dus belangrijk, want die doen meer dan alleen optredens regelen.

U vertelt soms korte levensverhaaltjes als songintroducties on-stage. En bij een funky song als ‘Catfishing’ roept u dames uit de zaal het podium op om te komen dansen op de muziek. Hoe belangrijk is die interactie met het publiek voor u?
– “Very important, no doubt about it!” Mensen komen ook naar een blues concert om vermaakt te worden. En niet alleen maar om te treuren over een verloren liefde. Het hangt natuurlijk wel van de entourage in de zaal af. Bij de drie Nederlandse optredens hebben we twee keer staand publiek en één keer voornamelijk zittende mensen. In dat laatste geval zal de nadruk wellicht meer op die gesproken introducties leggen.

Interview Mud Morganfield 19.04.14

U hebt een doorleefde donkere bluesstem die u optimaal benut en waarmee u erg veel gevoel in de songs legt. Doet u iets speciaals om die stem in vorm te houden?
– Nee, niets speciaals. Ik drink thee en dit [Mud wijst naar het flesje bronwater dat hij gedurende het interview in zijn hand houdt – red.] Geen stemoefeningen, geen yoga… niets van dat alles. Zanglessen heb ik ook nooit gehad en aan inzingen doe ik al helemaal niet, ha ha. Ik ben gelukkig gezegend met een stem die ik heb geërfd van mijn vader. En die probeer ik zo adequaat mogelijk op een no-nonsense manier te benutten.

Bent u een Mannish Boy of een Hoochie Coochie Man?
– Ik hou van vrouwen en ik heb tien kinderen, “so you tell me?” whahaha!
[lees voor nadere uitleg hier de betekenis van hoochie coochie  – red.]

Is the song ‘Blues In My Shoes’ van het album Son of a Seventh Son autobiografisch?
– Ja, absoluut. Het gaat over mijn leven in Chicago waar ik ben opgegroeid, “a pretty rough area!” Ondanks dat ik een zoon van Muddy Waters ben heb ik echt moeten leren om voor mezelf op te komen. Ik heb in mijn jeugd soms letterlijk gevochten om te kunnen overleven. Chicago was toen een zeer gewelddadige stad en is dat nu nog steeds. Maar het blijft wél mijn geboorteplaats en ik had er niets van willen missen, “because it gave me blues you know”.

Interview Mud Morganfield 19.04.14

U bent de ‘Son of a Seventh Son’. How are your six uncles doing?
– “My what, sick ankles?!” Ik heb helemaal geen zere enkels joh! Alleen een beetje last van mijn rug.

Ehh, ik bedoel…
– Whahaha… ik begrijp de grap hoor, alleen ik verstond het even niet goed. Maar, het gaat prima met mijn zes ooms. Verder moet je niet teveel waarde hechten aan de albumtitel want het woord zegt het al: het is maar een etiket.

Kunnen bluesmuziek en humor eigenlijk wel samengaan volgens u?
– Zeker wel, humor hoort bij het leven en dus ook bij de muziek. Luister maar eens hoe blij gospelmuziek kan klinken. Ik ben ervan overtuigd dat vertier zelfs een essentieel onderdeel is van alle live muziek. Samen creëert het artiesten die een groter publiek kunnen amuseren. En zonder dat vermaak zouden wij allemaal allenig onder de douche zingen.

Mud Morganfield & Band @ North Sea Jazz club

Er wordt gezegd dat uw vader, de legendarische bluesartiest Muddy Waters, de uitvinder van elektrische blues is. Hij heeft als het ware model gestaan voor de hedendaagse rock and roll bands. Is dat zo?
– Ja dat klopt wel. “Pops set the stage for a lot of great stuff”. Blues, rock en R&B zijn volgens mij allemaal uit de gospelmuziek ontstaan. Je kent alle verhalen van de katoenplantages en de worksongs wel. Ik zou niet willen beweren dat mijn vader de elektrische bluesmuziek heeft ‘uitgevonden’. Maar in een tijdperk waarin door bluesvertolkers nog met sigarbox gitaartjes werd gemusiceerd heeft hij de gitaarsound wel als eerste geëlektrificeerd. En daarmee werd de koers van ‘moderne popmuziek’ op dat moment drastisch gewijzigd en wist hij de basis te leggen voor de Chicago sound.

Daardoor was hij later tijdens uw jeugd in Chicago ook weinig thuis. Wat is nu nog steeds uw mooiste herinnering aan hem?
– Gelukkig heb ik tot aan zijn dood goed contact met hem gehouden [Muddy Waters overleed 30 april 1983 op 70-jarige leeftijd aan een hartaanval in zijn slaap – red.] Ik ben als Larry Williams voornamelijk opgevoed door mijn moeder en droeg dus ook haar achternaam, want Momma en Pops waren niet getrouwd. En dat was zwaar voor haar want een vrouw kan van haar dochter een dame maken maar van een snotaap geen heer. Maar ze heeft het goed gedaan en is nu 81 jaar, we bellen elkaar vaak [in de NSJC zong Mud op haar speciale verzoek ‘Forty Days and Forty Nights’  – red.] Toen ik nog kind was nam ze mij soms mee naar vaders optreden in een bar en uiteraard zag en hoorde ik hem wel eens thuis gitaar spelen en zingen. Dát zijn toch de mooiste herinneringen.

En de drumkit die u als kind van hem kreeg met kerstmis?
– Ja ha ha, meerdere drumkits na elkaar zelfs! Ik kreeg de eerste toen ik een jaar of 6 á 7 was maar sloeg dat ding té enthousiast aan gort. Een jaar later kreeg ik er weer eentje van hem. Nu drum ik nog zelden maar ik speel nog wel steeds basgitaar. Alleen ga ik dat niet doen op het podium. Ik zie de commentaren van critici al voor me: “he’s a great singer but his bass sucks”. Nee, daar beginnen we niet aan, ha ha. Ik componeer en schrijf trouwens wel mijn eigen songs met de basgitaar. Mijn teksten gaan over het leven zelf en het schrijven van een goede lyric is meer dan een kinderrijmpje zoals: “Mary had a little lamb, its fleece was white as snow”. Zoiets vereist veel creativiteit.

Mud Morganfield & Band @ North Sea Jazz club

Muddy had grote invloed op een complete generatie blues- en rock artiesten in de jaren zestig en zeventig. Zoals Bob Dylan & The Band, Jimmy Hendrix, Rolling Stones, Led Zeppelin, Cream met Eric Clapton, Johnny Winter, Alvin Lee, Rory Gallagher enz. Bent u zich dat bewust?
– Oh ja, mijn vader zag of hoorde zelf ook zijn voorgangers Son House, Robert Johnson, Big Bill Broonzy “and all those cats” gitaar spelen en raakte daardoor beïnvloed. Toen hij eind jaren veertig zijn elektrische gitaar in een versterker plugde en ‘I Can’t Be Satisfied’ speelde werd hij er zelf bekend mee en zodoende hún opvolger. En hij wist daarmee weer op zijn opvolgers effect te sorteren. Dat zijn dus de artiesten die je noemt en zo zal dat van generatie tot generatie altijd door blijven gaan. [ foto © Kirk West: Johnny Winter, Bob Margolin & Muddy Waters in 1978 – red.]

Muddy Waters heeft heel veel prachtige songs gecomponeerd. Eén ervan ‘You Can’t Lose What You Ain’t Never Had’ staat ook op uw laatste album. Waarom speciaal dat nummer?
– Het maakte eigenlijk niet uit welke song het zou worden. Hij heeft zoveel goede songs gemaakt dat we er gewoon ééntje uitgepikt hebben. Dat werd dus YCLWYANH van het album The Real Folk Blues uit 1966. En ook ‘Short Dress Woman’ van het album Folk Singer (1964) staat op Son of a Seventh Son. Dat heeft hij niet zelf geschreven maar wel opgenomen en gespeeld. Ik heb me voorgenomen om op ieder album dat ik maak minimaal één Muddy Waters song te coveren. Gewoon, uit dankbaarheid en als eerbetoon.

Interview Mud Morganfield 19.04.14

U hebt nu twee studioalbums gemaakt: ‘Fall Waters Fall’ (2008) and ‘Son of a Seventh Son’ (2012). Wanneer kunnen we een derde plaat verwachten en wat komt daarop?
– Dat wordt zelfs een volwaardig tribute album met uitsluitend nummers van Muddy Waters. De planning voor de release is mei 2014 en de werktitel is ‘Pops’. Kim Wilson en Barrelhouse Chuck spelen er o.a. op mee. Dus net zoiets als de Little Walter Memorial/Tribute   door de Chicago blues harmonicaspeler Billy Branch and the Sons of Blues. Dat wil niet zeggen dat je altijd maar een zelfde stijl moet blijven hanteren. Kijk, mij zal je waarschijnlijk nooit rock-blues horen spelen maar met rhythm and blues en natural blues valt nog voldoende te variëren. “Because I like to be open-minded, and music is universal”. Mijn vierde studioalbum zal dus qua stijl ongetwijfeld weer gaan afwijken van de voorgaande drie.

In 2012 hebben we Zakiya Hooker,  de dochter van ‘the father of the boogie’ John Lee Hooker, geïnterviewd. Ze heeft het voorrecht gehad om begin jaren negentig nog met haar vader een plaat te kunnen maken en met hem op te treden. Hebt u die gelegenheid ook gehad met Muddy Waters?
– Mijn vader was teveel zakenman om vrijblijvend muziek met zijn kinderen te maken. Er kwamen wel muzikanten over de vloer waar hij spontaan mee jamde hoor, maar dat waren professionals zoals Chuck Berry, Mike Bloomfield en Mick Jagger. Bovendien zijn William en ik pas ver na zijn overlijden in 1983 professioneel muziek gaan maken. Bill’s debuutalbum ‘Rising Son’ verscheen in 1999 en ik treedt zelf pas live op sinds 2007. Mijn vader heeft wel altijd gewenst dat één van zijn zoons hem zou gaan opvolgen, dat zijn er dus twee geworden. Ik heb John Lee Hooker Jr.  ook wel eens gesproken. Maar die heeft de bluesscene nu verlaten om het Woord van God te prediken. Hij draagt nu een witte boord en is Reverent John Lee Hooker Jr. geworden.Morgnfieldiets

Komende zondag gaat u optreden in de North Sea Jazz Club te Amsterdam. De Britse blueszanger/gitarist Ian Siegal speelde daar afgelopen donderdag ook  en een dag later was hij landelijk op de televisie te zien. Hoe belangrijk is het dat bluesmuziek ook op nationale radio- en tv-zenders uitgezonden wordt?
– Ahh, Ian Siegal, die heb ik al een tijdje niet meer gezien. Hoe gaat het met hem, heeft hij die tatoeage van mijn vader nog op zijn arm? “Hahaha, he’s my buddy!” Hij heeft nog met mijn broer Big Bill getoerd door de UK en Big Joe Louis  trouwens ook, “he’s something else”. Maar om je vraag te beantwoorden: op de juiste manier is het onontbeerlijk. Veel jeugd in de VS kent de oude bluesmuziek niet en de naam Muddy Waters alléén van horen zeggen. Daarom is het goed als er in de daarvoor bestemde programma’s media-aandacht aan besteed wordt. Maar het is nóg beter als ze naar live optredens komen om ze het échte bluesgevoel mee te kunnen geven. In Europa zie je dat laatste met de jeugd wel gebeuren maar in de VS nagenoeg niet.

Is de alom geprezen biografie uit 2002 ‘Can’t Be Satisfied: The Life and Times of Muddy Waters’ een accurate weergave van uw vader zijn leven?
– Heb je het gelezen? ‘The Mistress Wife’ in het boek is mijn moeder en ‘Poppa’ is een nickname voor mij. Of alles wat erin staat op waarheid berust, weet ik natuurlijk ook niet. Simpelweg omdat ik niet overal bij geweest ben. Het voorwoord door Keith Richards is okay en auteur Robert Gordon heeft een mooie paperback  geschreven. Toen ik destijds het script thuis gestuurd kreeg ben ik ermee naar Willie Dixon’s vrouw Marie Dixon  gegaan. Een pientere dame die mijn vader goed kende. Ze heeft ook een aantal dingen geverifieerd en aangepast en daarna waren wij tevreden.

 


Het is vandaag 19 april wereldwijd ‘Record Store Day’. We vieren deze dag met de release van talloze unieke uitgaven op vinyl en live instore optredens door vele artiesten. Is een dag als deze ook belangrijk voor u?

– Ik ken het fenomeen niet maar het lijkt me vooral een goede dag voor de platenmaatschappijen. En als die unieke uitgaven op vinyl ook geautoriseerd zijn, is dat natuurlijk aantrekkelijk voor de verzamelaars. Maar bij dit soort gelegenheden worden ook vaak ongeoorloofde uitgaven aangeboden. Van mij is er ook zo eentje: “Blues Is In My Blood”. Dat is niet meer dan een heruitgave van “Live With The Dirty Aces” welke eerder op het Blue Filth Records label in december 2008 uitkwam. Dat was al een prima live CD — dat weliswaar rocky klinkt — met o.a. zanger/bluesharpist Giles Robson. Maar ze hebben het aangevuld met ‘Good Morning Little Schoolgirl’ en een gesproken interview van zes minuten met mij. De mastertapes zijn zonder mijn toestemming doorverkocht en opnieuw geëdit met die bonustracks erbij. En op een ander label [Blues Boulevard – red.] met een andere titel en nieuw artwork heruitgebracht. Welke malloot doet nou zoiets?!

Laatste vraag: ziet u uw jongere broer William “Big Bill” Morganfield (19-06-1956) nog wel eens?
– Ja ‘tuurlijk, die heb ik gisteren nog aan de telefoon gehad. Samen met William en muziek advocaat Jay B. Ross uit Chicago hebben we de Morganfield Foundation  voor het behoud van de historische Muddy Waters residentie in Chicago opgericht. Het huis werd gebouwd in 1879 en onze vader woonde er in zijn vruchtbare muzikale jaren tussen 1954 en 1974. Het doel is om in 90 dagen tijd minimaal $120.000 op te halen om het huis te kopen, en in de 2e fase nog eens $150.000 om de boel te restaureren en tot museum om te bouwen. Binnenkort hoop ik met Mick Jagger in gesprek te kunnen gaan over een eventueel benefiet optreden. Tijdens hun Rolling Stones tour in 1981 kwamen ze naar Buddy Guy’s club the Checkerboard Lounge in Chicago om mijn vader te zien optreden én met hem mee te spelen. Een soortgelijke tribute zou nu veel geld op kunnen leveren. Het ligt niet in onze aard om te bedelen maar Muddy heeft zoveel betekent voor Chicago, Illinois en de hele wereld, dat zo’n toeristische trekpleister er gewoon móet komen. Voor Muddy, en om de Bluesmuziek te verspreiden én in ere te houden! [ondertussen stopt Mud een stapeltje flyers in onze handen. Die Foundation flyer  is hier ook te downloaden – red.]

En terwijl Mud Morganfield tot slot nog een krabbel voor ons pent op een promofoto nemen we gemoedelijk afscheid van hem: vriendelijk bedankt voor uw tijd en veel succes met de fundraising en met de komende concerten.
– “Thanks a lot. I really appreciate it”.

Interview Mud Morganfield 19.04.14

Bekijk en lees hier onze NSJC concert photoreview: Mud Morganfield, karaktervolle kwaliteit volgens de “methode traditionelle

Mudpromofoto

2 thoughts on “Interview met Larry “Mud” Morganfield, Muddy Waters’ oudste zoon”

Geef hier uw commentaar

%d bloggers like this: