Het Gevarenwinkel Festival vond plaats op 25 en 26 Augustus 2017. Hieronder het sfeerverslag van vrijdag 25 Augustus. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het gehele album te bekijken.
Alweer de derde keer dat The Blues Alone? op Gevarenwinkel vertegenwoordigd is, niet zonder reden. De line-up vertoont weer klinkende namen maar ook hebben de organisatoren van deze editie wat te vieren. De editie van 2017 is de twintigste in de reeks van het festival, een feestelijke editie dus met zelfs een extra festivalavond.
Donderdag was het festival toegankelijk voor maar slechts € 5,- waar men Kiri’s Diamonds en speciale gasten Mario Pesiç én Jan de Bruijn aan het werk kon zien met als thema de muziek van Neil Diamond. Helaas liet het dagelijkse werk ons niet toe om deze avond bij te wonen; des anderen daags de wekker weer vroeg afgesteld stond. Ook dit jaar steunt het festival een goed doel, het CAS Fonds, Centrum voor Aangepast Sporten.
Dr. Blues (huisarts van Varenwinkel Geert Salaets) heeft ook dit 20 jarig jubileumfeestje de presentatie-touwtjes van Gevarenwinkel weer in handen en doet dit op zijn eigen karakteristieke wijze. Vrijdag wordt het verjaarsdagsfeestje geopend door een band die uit de stad van ons logement voor het week-end komt; Aarschot ligt slechts een klein kwartiertje verwijderd en dus spelen The BluesBones een beetje voor eigen publiek.
Toch is ook deze band bij de Nederlandse bluesliefhebber geen onbekende, ook hier op Gevarenwinkel zien we hun vaste schare fans. The BluesBones, finalisten van de European Blues Challenge in Denemarken waar zij op de tweede plaats eindigden achter Kaz Hawkins openen met de titel track van het 2015 album Saved By The Blues. Inmiddels heeft de band een aantal bezettingswijzigingen ondergaan en worden de The BluesBones tegenwoordig gevormd door Edwin Risbourg op de Hammond en.
de ritme tandem zijn Geert Boeckx op de bass en Koen Mertens op drumms en de twee vertrouwde gezichten zijn Stef Paglia op de gitaar en frontman/zanger/initiator van de band Nico De Cock. De opvolger is ‘The End’ waarin een puntige slide van Stef Paglia op de Guild. Paglia kan ook een gevoelige solo aan bewijst hij in ‘Try’ een lovesong. ‘Riding Out’ is een meedanser, de B3 is van superieure klasse in dit nummer. We zijn getuige van een ‘sneak peek’ in het nieuwe album dat in 2018 het daglicht zal zien, ‘Betrayed’ is zo’n song een mooi gevoelig nummer waarin natuurlijk Stef schittert op de gitaar.
Dat Stef steeds meer gebruikt maakt van slide-gitaar vind ik een verrijking, ‘Moonshine’ is daar zo’n voorbeeld van. Dat de meeste nummers vroeger door De Cock werden geschreven is tegenwoordig meer een samenwerking tussen De Cock en Paglia. Zo schreef Paglia het nummer ‘You’re No Good To Me’ “toen ’em nog geen lief had” aldus Nico. Persoonlijk ben ik erg verguld met de vertolking van Matt Anderson’s ‘The Devil’s Bride’, vaker gehoord toegegeven maar nog steeds een mooie cover! Een goede set van een band die Europa aan haar voeten heeft liggen.
Dr. Blues is inmiddels in de Roots-tent het podium opgeklommen om daar het Belgische Chilly Willy aan te kondigen, “wie kent ze niet” vraagt hij het publiek. Ik dus, natuurlijk ken ik de band van horen zeggen, de muzikanten van gezicht en sommige zelfs persoonlijk bovendien ik ken ze van verslagen van de TBA?-vrijwilligers maar nooit, écht nooit heb ik Chilly Willy live zien optreden. We gaan ervoor zitten. Zitten? Ja, want het lijf is niet in optima-forma dit week-end en dus proberen we onze krachten goed te verdelen.
Chilly Willy bestaat uit frontman/zanger Den Huibbe, op drumms zien we 77 jarige (!) Walter Cuyvers die vandaag samen met Ronald Burssens op bass de ritme-sectie vormt. Gitaristen zijn Andy Aerts en Alain Counye en we zien op de blues-harp Rudy Eens.
Niet alleen heeft Gevarenwinkel een jubileum te vieren maar ook Chilly Willy vieren dat zij al 25 jaar de diverse zalen en festivals voorzien van een muzikaal feestje.
Er wordt geopend met Billy Boy Arnold’s ‘I Wish You Would’ waarin we meteen kennismaken met de harpkwaliteiten van Rudy Eens, tel daarbij de geestdriftige, toegewijde Den Huibbe en u weet dat dit de aanvang is van een energieke set. Howlin’ Wolf’s ‘Taildragger’ is de opvolger en ook hierin bewijst dat Den Huibbe niet alleen een goede M.C. is (Hookrock) maar ook een enthousiasmerende, sympatieke, goedgevooisde zanger.
In deze cover is er ook een grote rol voor gitarist Alain Counye en harpist Rudy Eens weggelegd. Chilly Willy maakt er écht een feestje van, het speelplezier spat er vanaf en werkt zeer aanstekelijk, bij tijd en wijle sta ik hoestend mee te dansen. ‘Rock This House’ zet beiden gitaristen om beurten in de spotlight, voor zover de licht-technicus hen vinden kan want het podium is toch wel wat aan de kleine kant voor deze jubilerende band.
Galant doet Den Huibbe bij de solo´s van zowel Andy Aerts op zijn bloedrode Gibson als die van Alain Counye op zijn Fender een stapje achteruit om de aandacht van het publiek naar zijn begeleiders te laten gaan. Als er nog meer covers volgen zoals o.a. ´Help Me´ en ´Hipshake´gaat de band maar ook zeker hun trouwe publiek helemaal los.
Toegegeven Chilly Willy is een coverband maar wél een met een no-nonsense blues benadering! Met grote blos op de wangen kan ik onze trouwe lezers melden dat het veel te lang geduurd heeft eer ik deze band live aan het werk zag, Chilly Willy bedankt voor de kennismaking!
De trouwe bezoekers weten inmiddels dat de organisatoren van het Gevarenwinkel Festival altijd wel óf een primeur óf een exclusief optreden op het podium zetten en tijdens dit 20 jarig jubileum is dat een exclusief optreden van Janiva Magness. Deze 60 jarige dame uit Motown city Detroit is een in awards grossierende zangeres waarvan de meest recente een Grammy Award was voor haar 2017 album Blue Again. Janiva Magness zingt blues uit de eerste hand, zij ondervond de blues aan den lijve. Op 17 jarige leeftijd moest zij na een ongewenste zwangerschap haar dochter afstaan en haar verdere leven gaf haar ook weinige kado’s. Ze studeerde voor engineer en tijdens haar baantje in de studio’s werd haar gevraagd de backing vocals in te zingen……..de rest is geschiedenis. Mevrouw Magness maakt alweer een dikke vijfentwintig jaar platen en tourt zij de wereld rond.
De band die het publiek eerst met een paar nummers opwarmt bestaat uit twee gitaristen Zach Zunis en Brophy Dale, de ritme-sectie bestaat uit drummer Vince Fossett Jr. en bassist Gary Davenport.
Eerlijk gezegd is wat deze begeleidings band ten toon spreidt is de opwarmer voorbij, wàt een virtuositeit streelt onze oren! Niet alleen de gitaristen Zach en Brophy zijn topklasse ook de ritme-sectie bestande uit bassist Gary en drummer Vince staat als een huis!
Dan als de diva opkomt ontstaat er een luid applaus; de vaste bezoekers kennen haar nog van haar optreden van 2011 en weten dus wat hen te wachten staat. Magness heeft een stem waarvan je achterover slaat, diepe soulvolle blues is wat het komende uur de klok slaat.
‘I Won’t Cry’ van het 2012 album Stronger For It is haar binnenkomer, een nog ouder nummer is ‘Walking In The Sun’ van The Devil Is An Angel Too uit 2010. Allebei de uitvoeringen geeft de bluesliefhebber kippenvel; gelukkig van de laatste schijf (EP) horen we ‘I Can Tell’. Magness vertelt ons dat zij altijd beïnvloed is gebleven door Bo Diddley, Etta James en Nina Simone en brengt ‘The Devil Is An Angel’.
Het is allemaal even passievol gezongen al moet ik bekennen dat de uitvoering van ‘Long As I Can See The Light’ beter en strakker had gekund. Janiva’s mannen krijgen ook keer op keer de kans te excelleren op hun instrument; de robuuste gitaarlicks van Zach Zunis en de finesses van Brophy Dale zijn de kers op de taart in deze set.
Inmiddels zijn de pumps uitgetrokken en is mevrouw Magness een treetje lager bij haar publiek op de versterker komen staan om haar laatste, alweer prachtige blues ‘Can’t Let You Go’ ten gehore te brengen.
Dat gevoel herken ik want ik wil eigenlijk ook Janiva Magness niet laten gaan maar na een uur speeltijd is het in de Roots-tent weer tijd voor een heel andere ‘sidestep’ in het genre van de blues.
Robert Jon & The Wreck (L.A. – US) stappen alweer een kleine zeven jaar als band het leven en wanneer ze in 2011 hun debuutalbum Fire Started lanceren breken ze door. Deze vijf man koppige band brengt een mix van country, bluesrock en blues.
De naamgever van de band is zanger/gitarist Robert Jon Burrison, hij deelt het frontmanschap met Kristopher Butcher die de meeste gitaarsolo’s voor zijn rekening neemt maar deelt ook met Robert Jon de vocalen.
De band huist ook nog een zeer getalenteerde toetsenist, Steve Maggiora en de ritme-sectie bestaat uit drummer Andrew Espantman en Dave Pelusi. Alweer heeft de programmeur een bijzondere band op de kop weten te tikken, het is ondanks dat de ouderen de sound kennen van de Allman Brothers of Derek Trucks band maar voor de jongeren in het publiek is het een openbaring. Opvallend is dat de (b)aardige Robert Jon ondanks zijn voorkomen van stoere houthakker behoorlijk hoog kan zingen.
Deze band heeft een fijne, on-Amerikaanse benadering van haar publiek, vrij snel vraagt men de toeschouwers om naderbij te komen en vooral geen schroom te hebben als de drang om mee te zingen te groot wordt; geen wonder dat deze band de Orange County Award voor Beste Live Band in 2012 in de wacht heeft weten te slepen.
De linkshandige gitarist Kristopher Butcher is de ster van de avond vind ik, de beleving van deze man op zijn geliefkoosde zes snaren is bewonderenswaardig. Geopend wordt er met ‘Good Lovin’ een ZZ Top-achtige song wat meteen lekker in het gehoor ligt. Nog zo’n passievolle solo geeft Butcher weg in ‘Good Life Pie’. Ja, hier wordt een mens vrolijk van en nog vrolijker word ik dat er een behoorlijk afvaardiging van jeugdige bluesliefhebbers voor hun podium in de Roots tent staan geposteerd.
‘High Time’ van het album Same heeft een Derek Trucks-achtige feel. De tent is vol, propvol en dus kan een toegift na lang aanhoudend scanderen niet uitblijven. Van het 2015 album Glory Bound horen we ‘Gypsy Love’, een eigen song maar échte uitsmijter zoals ook ZZ Top die ooit maakte. Heerlijke kennismaking met Robert Jon & The Wreck, een band die de traditie van Southern Rock voortzet voor de volgende generatie (blues)festivalgangers.
Wie kan er beter deze avond afsluiten dan de expressieve, muzikaal explosieve Jeff Jensen uit de US? Een aantal jaren geleden verruilde Jeff Jensen Portland voor het muziekwalhalla Memphis. Hij wil hier zijn muzikale geluk gaan beproeven als artiest, wat wondelwel lukt. Hij vindt werk als producer, componist en hij wordt een veel uitgenodigd bluesgitarist. Zijn blues wordt gelardeerd met jazz en wordt als divers, anders, passievol, origineel en inventief ervaren.
Jeff heeft op drumms David Green en op de bass Bill Ruffino naar Gevarenwinkel meegenomen, dezelfde begeleiders als waar we hem mee op Moulin Blues 2016 zagen. Jensen toont zich een ware gentleman door voordat hij het eerste nummer inzet een groot applaus voor de muzikanten die ons vanavond hun beste performance hebben gegeven te vragen.
Jeff is een virtusose gitarist, heeft een aangename stem maar is ook een top entertainer die zijn toeschouwers als het ware naar zich toe zuigt. Je wilt erbij horen en zijn show bijna aan den lijve meemaken. De band opent met Dixon’s ‘Little Red Rooster’, een goede keuze want gelijk komen de laatsten die nog aan ‘den toog’ vertoefden ook binnen de tent om de laatste act de eer te bewijzen.
De kracht van Jensen vind ik dat zijn covers altijd een eigen ‘twist’ hebben en zo niet ‘cheesy’ worden. Sommige nummers hebben een Ronnie Earl ‘feel’ omdat Jensen moeiteloos jazzy geluiden produceert op zijn Gibson. Nu hebben wij van TBA? de man al twee keer zien optreden maar ook vanavond wordt ik weer omver geblazen door zijn energie.
Natuurlijk komt de knot op het hoofd na een aantal nummers weer los en wordt het haar de focus van de vele fotografen die deze spring in ‘t veld Jensen op zijn mooist op de plaat willen zetten. De bekkentrekkende Jensen is een dankbaar model voor de vele fotografen maar zijn meeslepende, enerverende, boeiende gitaarspel is natuurlijk waar de toeschouwers voor komen kijken en luisteren.
We horen vele puntige solo’s zoals die in ‘Make It Through’ maar mijn persoonlijke optimum van de show is ‘Elephant Blue’, waarin de bass-solo van Bill Ruffino met zijn ongekende groovy stijl bij volledig inpakt!
Jeff Jensen bewijst eens te meer dat hij een blijvertje in de blues-scene is en blijkt de perfecte afsluiter van de eerste dag van de verjaars-editie van Gevarenwinkel.
Omdat de gezondheid van de reporter het deze keer niet toelaat blijven we niet te lang napraten…… We willen fit zijn als ons morgen weer een mooie festival-dag wacht.
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 2 van Gevarenwinkel 2017 hier.