Gruizigheid en viezigheid van de Cuban Heels

Exclusief interview met: Cuban Heels
voor: Bluesforum.nl & The Blues Alone?
door: Giel van der Hoeven
foto’s: Bert Vethaak , Arjan Vermeer & RJV
locatie: Ribs & Blues Festival te Raalte
datum: 12 juni 2011

 Ze maakten vier albums in tien jaar tijd: Sweet And Lowdown (2001), Morphine Mama (2002), Gutbucket (2006) en Gritbag (2011). Ze deden imponerende optredens in talloze clubs in Nederland en België en op festivals als North Sea Jazz, Bospop, Dijkpop, Moulin Blues, Belgian Rhythm & Blues Festival Peer, Bluesfestival Antwerpen en op Ribs & Blues Raalte. Ze zijn één van de beste live bluesrock bands van de lage landen en hun stijl wordt omschreven als garageblues en swamprock. En in iedere CD bespreking of in elk interview komen namen als The Black Keys en The Red Devils ter sprake, ook nu weer zo zal blijken. Zanger Jan Hidding – de man met de initialen van ‘s werelds grootste bluesrock gitarist ooit – voert het woord namens de Twentse band Cuban Heels. Zijn jeugdvriend en drummer Chiel ten Vaarwerk en mondharmonicaspeler Richard Koster luisteren van een afstandje mee en plaatsen af en toe een (on)zinnige opmerking. Gitarist Mischa Den Haring houdt het na één vraag beantwoorden voor gezien en bassist Arnoud van den Berg was al eerder gevlogen, dit overigens vanwege andere activiteiten elders door beide muzikanten. Het sympathieke trio dat overblijft, neemt echter geduldig de tijd en in het bijzonder frontman Jan neemt in zijn antwoorden geen blad voor de mond. Soms hard als de ondergrond van zijn geboortedorp ‘t Harde maar altijd oprecht, zoals ook de muziek van de Cuban Heels klinkt.

– Lekker opgetreden Jan?
JH: Ach, het ging best goed op een paar dingetjes na maar dat heb je altijd. De nummers zijn voor ons nog vrij nieuw hè, we spelen ze voor de derde keer live dus dat moet nog een beetje groeien. Maar op zich ging het gewoon hartstikke goed, met een tent bomvol enthousiaste mensen hier.

– Ik zag net dat je een aardig balletje kan trappen Jan [een bal die op het podium werd gegooid schoot hij als strakke pass weer terug het publiek in]. Welke transfer heeft bij jullie in de regio’s meer opzien gebaard: Theo Janssen van Twente naar Amsterdam, of: Mischa den Haring van Amsterdam (T99) naar Twente (Cuban Heels)?
JH: Laat ik één ding zeggen: wij zijn muzikanten en die houden over het algemeen niet van voetbal, tenminste op Richard en Arnoud na, dus Richard…
RK: Ik denk toch die van Theo Janssen.
JH: De enige overeenkomst is dat beide ‘transfers’ op korte termijn zijn beslist. Wij zijn er blij mee anders waren de Cuban Heels waarschijnlijk helemaal gestopt.

 – Mischa den Haring is songschrijver, zanger en een echte gitaarfreak met veel muzikale kennis, hoe bepalend zal zijn inbreng gaan worden in de ‘nieuwe’ Cuban Heels?
JH: Dat moet nog gaan blijken, we hebben nu eerst samen een plaat gemaakt, Micha en ik hebben daarvan samen ook de meeste liedjes geschreven.
MH: We zijn op zoek gegaan naar onze grootste gemene deler en die hebben we wel gevonden denk ik.

 – Jan, in 2006 zei jij al in Revolver Magazine: “Als je met deze muziek begint, zit je al bij voorbaat in een zinkend schip.” Waarom dan toch die doorstart gemaakt nadat jullie in september 2010 na het vertrek van gitarist Rico Gerfen uit elkaar vielen?
JH: Omdat… kijk heel veel bands spelen om iets te bereiken of om door te breken. Als je blues- of bluesverwante muziek maakt dan is er geen sprake van ‘doorbreken’. Dan weet je bij voorbaat dat je niet op de radio komt en dat een grote doelgroep van laten we zeggen 14 tot 20-jarige jeugd je muziek niet zullen horen of kopen. Dus qua ‘carrière’ in de muziek is dit zo’n beetje de slechtste zet die je kunt maken, dat bedoelde ik met het ‘zinkende schip’. Volgens mij kan je zelfs nog beter Piratenmuziek [onbekende Nederlandstalige muziek, red.] maken, dat verkoopt nog beter.

– In iedere recensie die ik lees over jullie nieuwe CD ‘Gritback’ komt de naam van The Black Keys voor. Maar ik heb in niet één Black Keys recensie jullie naam voorbij zien komen, terwijl jullie toch al een jaartje of tien deze sound hanteren. Wat vinden jullie daar zelf van?
JH: Nee natuurlijk worden de Black Keys niet met ons in verband gebracht, zij verkopen meer dan 100.000 platen en wij nog geen 1000 per CD uitgave. Ze zijn zelf ook al vanaf 2002 bezig en sinds die tijd ben ik ook al fan moet ik zeggen. Dus ik begrijp de opmerkingen van die recensenten wel, als je elke dag naar een bepaalde soort muziek luistert neem je automatisch dingen over. Bovendien als je een plaat uitbrengt krijgen de recensenten en de concertboekers daar een bio bij waar in ons geval de Black Keys als referentie staat genoemd, we vragen er dus zelf ook een beetje om. Kijk, ze hadden ook namen als Kim Wilson [The Fabulous Thunderbirds, red.] of The Red Devils kunnen noemen, ook allemaal invloeden op ons.

– Wat weegt zwaarder een zak gruis (Gritbag) of een emmer darmen (Gutbucket)? Of: wat is het wezenlijke verschil tussen jullie laatste twee albums?
JH: Ik denk dat één van de dingen die kenmerkend was vanaf de eerste CD de lengte van de nummers was. Nu denken we iets meer in het formaat van een liedje als je begrijp wat ik bedoel. Wellicht spreekt dat wat meer aan bij een groter publiek, verder is er wezenlijk weinig veranderd behalve een personeelswisseling.

– En dat is weer beter voor de carrière?
JH: (fel) Er is geen carrière! Ik heb dat woord net wel tussen aanhalingstekens gebruikt maar in de blues bestaat er geen carrière! Je werkt 12 uur voor 100 euro en verkoopt in totaal misschien 2000 plaatjes, het is een lachertje! Alle bluesbandjes treden voor een zeer beperkte gage op, zo gaat dat in deze scene. Met als uitzondering misschien een John Mayall die zijn sporen al jaren lang verdiend heeft. Daarbij voelen wij ons ook geen traditionele bluesband. Althans, wij passen niet in het beeld dat veel mensen nog van standaard ‘bluesartiesten’ hebben; mannen van boven de vijftig met een paar geitenwollen sokken en slippers aan die een bepaald soort repertoire spelen [Jan zingt nu een bluestraditional voor en knipt erbij met zijn vingers, red.] Het leukste dat er met blues is gebeurd in de afgelopen zestig jaar is dat het zich ook heeft geëvolueerd.

– Als je uit Engeland of de USA komt en je doet iets met (garage)blues is het in Nederland al gauw goed. Maar als je uit Nederland zelf komt en je speelt in die stijl moet je ineens iets extra’s hebben om te scoren. Wat is dat extra’s bij jullie?
CtV: Wat mij betreft is dat de zang van Jan. Bij veel ander bluesrockbands is dat toch behelpen, vaak in de vorm van een gitarist die er ook maar bij is gaan zingen. Jan is bevlogen, heeft een apart stemgeluid, kan entertainen en schrijft goede teksten.
JH: Mhoewha… ik ben de minst slechte tekstschrijver van ons ha ha, (serieus) als er alleen al ‘UK’ of ‘USA’ achter een naam op de poster staat trekt dat blijkbaar toch meer mensen. Onlangs heeft Bernard Allison – de zoon van Luther Allison – uit Chicago in Nederland gespeeld, mensen zien dat op voorhand al als een grote naam terwijl ze hem nog geen noot hebben horen spelen. Ik heb hem één keer gezien en vond het optreden echt ongelooflijk kut! Jaren geleden heeft iemand als Stevie Ray Vaughan de bluesmuziek weer een enorme boost gegeven. Tegenwoordig doen veel gitaristen dát dan weer na, dat mag hoor maar ik hou daar helemaal niet van. Zeker niet als het dat smooth-achtige Robert Cray geluid is. Ik wil dat een band gruizig en viezig klinkt!

– Als je gaat Googelen op ‘Cuban Heels’ kom je behalve veel links naar artikelen over jullie, ook het boek met de titel Cuban Heels van auteur Emily Barr tegen: 12 maal gevonden als tweedehands boek. Wat doen jullie eraan om te voorkomen in de 2e hands bakken terecht te komen?
JH: (verbaasd) Daar komen onze CD’s toch nooit in terecht?! Wij brengen maar 1000 plaatjes uit per persing en als die zijn uitverkocht worden ze niet meer bijgedrukt. We verkopen onze platen bij concerten of via internet op bijvoorbeeld CoolBuzz.nl, Platomania of Bol.com en de eigen website. Promotie doet CoolBuzz en voor de rest doen we echt alles zelf. Wij hebben ook nog een paar digibeten in de band [Richard en Chiel lachen vermakelijk, red.] dus veel van dat promowerk komt ook bij mij terecht. Ik schijt op moderne media als Twitter en Facebook, maar je moet! Gelukkig heb ik een heel lieve vriendin die voor ons de websites, Facebook, MySpace en dat soort dingen bijhoudt en ook heeft ze de design van het hoesje gedaan.

– Welke rol speelt CoolBuzz dan nog in dat zogenaamde na traject?
JH: Robert van CoolBuzz doet goed werk voor ons. Hans en Michel deden dat ook, ze waren de hele dag aan het bellen en mailen om van alles te regelen. Ook voor een eigen boterham natuurlijk. Maar met een platenlabel is tegenwoordig ook geen cent meer te verdienen joh, je moet vindingrijk zijn. Hoeveel platen denk je dat er in de Benelux worden afgezet aan de platenzaken van een nieuwe CD van Kim Wilson? Dat zijn er nog maar800 inheel de Benelux! We hebben het hier over Kim Wilson hè, de Amerikaanse frontman van The Fabulous Thunderbirds! Blues is commercieel een nichemarkt, als je geld wilt verdienen moet je popmuziek gaan maken.

– Een kledingtip graag: Cuban Heels zijn ook naaldhakken voor dames. Wat past daar het beste bij: een rok (rock) of een blouse (blues)? :-p
JH: Ha ha, doe maar allebei afwisselend. Maar als je het op onze muziek betrekt gaat het nog verder hoor, een mengeling van rock, blues, soul, gospel… en op onze platen klinkt dat geheel dan weer viezer of ruiger als wanneer je die stijlen apart zou horen.

– Heb je die stijlen van huis uit meegekregen?
JH: Nee niet meegekregen, ik ben ernaar op zoek gegaan en heb het in de loop van de tijd ontdekt. Ik was 14, 15 jaar en hoorde in de discotheken alleen maar muziek die toen in de mode was. Ik werd 16 en was op dat moment een hele vervelende tegendraadse puber met de voorkeur voor Punkmuziek en de daarbij gepaard gaande drank en drugs, nooit thuis zijn en rondhangen in clubs en jongerencentra. En in één van die jongerencentra in ‘t Harde een dorp op de Veluwe waar ik vandaan kom werd ook Muddy Waters en Lightnin’ Hopkins en dat soort muziek gedraaid. Zo kwam ik ermee in aanraking, met dit nu als gevolg, ha ha.

– In de track ‘Big Bird’ (Eddie Floyd) hoor ik zelfs bij de Cuban Heels de Stax sound en het Motown-geluid van The Supremes terug. Ooit met de gedachten gespeeld om een duet met een dame te zingen Jan, en zo ja met wie? Is streekgenootje Ilse DeLange een suggestie?
JH: Ha, ik heb heel veel respect voor Ilse DeLange hoor, maar om een duet met haar te zingen is nou iets waar ik echt nog nóóit over nagedacht heb! Überhaupt niet om een duet met wie dan ook te zingen. Een dame voor de achtergrondzang misschien zoals Nicole Wray backing vocals op ‘Everlasting Light’ en ‘Sinister Kid’ bij The Black Keys deed. Door hen – The Black Keys – zou ik trouwens wel heel graag een plaat laten produceren, lijkt me geweldig!

– Hoe belangrijk is de productie van een plaat?
JH: Productie is alles! Moeilijk uit te leggen maar als ik bijvoorbeeld een plaat van Joe Bonamassa hoor vind ik dat walgelijk, zowel de sound als de productie. Julian Sas; ook geen zak aan. Kijk, als je echt ouwe dingen hoort zoals Lightnin’ Hopkins bijvoorbeeld, dát is the real thing! Bij die mensen zit het gewoon in de genen. Eerlijke sound zonder moderne technieken. Bovendien, wij blanken mogen eigenlijk helemaal geen blues spelen, het blijft toch imitatie. Amerikanen zelf hebben een enorme cultuur die hebben recht van spreken, als je dan ziet wat wij hier meekrijgen… ik bedoel, ik ben blank heb ook echt wel ellende meegemaakt hoor, maar ik ben zeker geen traditionele bluessinger. Imitators met een eigen sound, garageblues of swamprock, ik vind het allemaal prima hoe ze de Cuban Heels sound bestempelen, wij zijn nou eenmaal geen traditionele bluesband.

– Ik kan me herinneren dat Lester Butler van The Red Devils op Pinkpop 1993 een nummer zong (‘Time To Cry’) waarin de tekst anders was dan we gewend waren. Achteraf verklaarde hij dat hij gewoon zong wat hij op dat moment voelde. Zou zoiets bij jou ook kunnen gebeuren; te plekke improviseren met de tekst?
JH: De helft van de tijd verzin ik wat!
CtV: Nu ook! [de rest lacht, red.]
JH: We hebben nu veel nieuwe liedjes gespeeld en ook die teksten moeten groeien dus dan pas je live al dan niet onbewust wel eens wat aan. Lester Butler was natuurlijk de helft van de tijd apenstoned van de heroïne en hij vergat gewoon zijn tekst. Dan is het achteraf leuk om te zeggen dat je zong wat je voelde maar niet helemaal geloofwaardig. Ik heb Lester Butler helaas maar één keer live gezien maar dat was echt fokking goed man! Dat was met 13 featuring Lester Butler in de Lantaarn in Hellendoorn, jhaa dat was… ik ben echt een enorme Black Keys fan maar ik blijf ook altijd Red Devils fan, weetjewel. Wat erin zat dat moest er tijdens dat optreden gewoon uit toen, dat is iets wat wij als podiumband nu ook wel voelen.

– De covertrack ‘Goin’ Down The River’ is het kortste nummer op Gritbag en is van Mississippi Fred McDowell. Op jullie vorige album stond ook al een cover van hem ‘Over The Hill’ (ook gespeeld door Willy DeVille). Vanwaar die voorkeur voor zijn composities?
JH: Ook ‘You Gotta Move’ van de Rolling Stones is van hem. Dat zegt genoeg, want de Stones hebben met albums als Sticky Fingers (1971) en Exile on Main St. (1972) memorabele LP’s gemaakt. Ik heb wel eens met prog-rock liefhebbers gediscussieerd, zij vonden wat wij deden té simpel. Maar daar gaat het helemaal niet om, muziek is geen wiskunde of zoiets van: “we zitten nu al drie maanden in hetzelfde akkoord laten we nu eens lekker moeilijk gaan doen”. Wij hoeven niet zonodig een vorm van rockgeoriënteerde kunstmuziek te maken. Het blijft bij ons een gevoel dat met betrekkelijke eenvoud gebracht kan worden zoals onder andere Fred McDowell dat ook deed.

– Vorig jaar zouden jullie voor een paar optredens naar Frankrijk gaan. Dat ging vanwege de ‘time-out’ van de band niet door. Nu nog plannen voor trips over de grens?
JH: Op zich zouden we best een tourtje door bijvoorbeeld Frankrijk kunnen doen hoor maar het probleem blijft dat Chiel, Richard en ik een fulltime baan hebben. Micha en Arnoud  verdienen hun geld wel zelfstandig of in de muziek. Maar om met z’n allen langer dan drie weken aan een stuk weg te gaan wordt gewoon een probleem voor ons, ook vanwege de kosten.

– Hoe ziet de toekomst er in ieder geval uit voor de Cuban Heels?
JH: Mischa Den Haring gaat ook weer een plaat maken met T-99 dus het is even afwachten hoe hij zijn werk kan verdelen. Hun plaat zal in het najaar verschijnen en het is zeer waarschijnlijk dat daar een promotietour aan vast zit. Als dit strookt met onze live optredens zullen we met een vervanger in zee moeten gaan. Sjors Nederlof (KingMO, red.) en Raymond Nijenhuis (Guitar Ray & the Rhythm Dukes, red.) zijn wat mij betreft dan kandidaten. Want we willen ook na de festivals volop blijven spelen en dat moet kunnen want in het Nederlandse bluesrock circuit is er slechts een kleine subtop aan bands met King MO, T-99, de Veldman Brothers, wij en ongetwijfeld nog een paar anderen, welke afwisselend gevraagd worden voor optredens in den lande. Ik zeg altijd maar: “in het land der Nederlandse blues is éénoog koning”.

Meer foto’s door Bert Vethaak: hier.

Geef hier uw commentaar

%d bloggers like this: