Tough, John Mayall, CD-review door Arjan Vermeer, release op 07-09-09
“An eerie opening introduces the tone of a black urban landscape against the backdrop of equating the unfairness in the world with the unfairness of love, utilizing a searing guitar solo and screaming harmonica”
Zo luiden de linernotes van de openingssong van het nieuwe album van John Mayall: “Nothing to do with love“! Een stevig bluesrock nummer waarmee de toon van album lijkt te zijn gezet. Gaan we terug naar de tijd van het legendarische “beano” album, denk ik nog, lichtelijk naief?
Tough, de naam van het album heeft betrekking op de titelsong “Tough Times Ahead” waarmee Mayall de vooruitzichten van de huidige financiele crises beschrijft. Maar Tough mag wat mij betreft ook betrekking hebben op de sound van deze cd. Steviger dan we tot nu toe gewend zijn van Mayall en zijn -inmiddels oude- Bluesbreakers. De foto aan de binnenkant van de cd van Mayall en zijn nieuwe band probeert een zekere ‘toughness’ uit te stralen, in tegenstelling tot de wat ‘lievere’, ‘nette’ foto’s op zijn vorige album “Palace of the King”. Op dat laatste album, alhoewel een indrukwekkend tribute voor Freddie King”, toch een album met een wat meer rustieke bluesstijl. Met Tough daarentegen probeert Mayall oude tijden van weleer te laten herleven !?
Ook het tweede en derde nummer van respectievelijk Peter Harper en Walter Trout blijken stevige bluesrock uitvoeringen die we meer live van Mayall gewend zijn dan van studio opnames. Ik kan mij niet aan de indruk ontrekken dat de nieuwe bandleden hier toch ook een bijdrage aan leveren ondanks het feit dat John Mayall samen met zijn vrouw Maggy en soundengineer Aarvold als producers staan vermeld.
Na het geweld van de eerste drie nummers volgt een meer klassieke bluesshuffle “An Eye for an Eye”. Maar een echt mooi juweeltje op dit album vind ik “How Far Down” van de nashville songwriters Greenberg en Nicholson: het begint subtiel akoustisch waarna het aanzwelt tot een nog net niet bombastisch rock nummer waar de stem van John Mayall precies bij past. Schitterend nummer. Hier kan ie zo mee op grote festivals spelen. Het nummer eindigt zoals ‘t begon, mooi akoestisch. Het bluesrock stramien gaat gewoon lekker door met “Train to my Heart” waar Rocky Athas lekker los gaat. Ook deze mag op de live setlist niet ontbreken.
Mayall probeert in “Slow train to nowhere” zijn eigen ervaringen uit zeveriger jaren in wijze levenslessen om te zetten. Voor mij gewoon een slowblues nummer zoals er velen zijn. Niet slecht maar ook niet bijzonder, John heeft er wel mooiere geschreven.
Tijdens het laatste concert van Mayall in Zoetermeer, toen al met zijn New Band, speelde hij als teaser het -toen nog niet uitgebrachte- “Numbers Down”. Ik werd er toen niet echt warm van. De studio versie vind ik aanzienlijk beter. Deze mag dus op de live setlist ontbreken, zeker nu ik het origineel van Andrew Winton, de australische lapsteel gitarist heb gehoord. Daar haalt de versie van Mayall het niet bij.
De tweede zelfgeschreven song van Mayall op deze cd, “That Good Old Rockin’ Blues” begint stevig swingend maar blijft daarna wat mij betreft een beetje hangen. Alhoewel deze het waarschijnlijk live heel goed gaat doen, had ook de studio versie net een vleugje meer peper mogen hebben. Desondanks gewoon goeie rock & roll.
“Tough Times Ahead”, heeft betrekking op de titel van deze cd, waarmee Mayall zich probeert in de actualiteit te zetten. Een mooie slow blues uit het hart. Mayall als vanouds met subtiel pianospel en Rocky Athas die ons nu definitief Buddy Whittington doet vergeten.
Mayall sluit af met een standaard bluesshuffle van de bluesharpspeler, Salgado, “The Sum of Something”, De linernotes sluiten af met “Coming from a pit of depression, redemption is born and love will lead the way”. Ik moet eerlijk bekennen dat ik de hammondsolo van Tom Canning in dit nummer hoopvoller vindt.
Afsluitend moet ik toch zeggen dat John Mayall het weer heeft geflikt. Op 29 november a.s. wordt hij 76 en heeft hij met Tough zijn 59e album gemaakt. En ik moet zeggen Tough bekoort mij, ondanks de wat idealistische linernotes van de hand van Maggy Mayall. Veel stevige(re) nummers die mij weer aan de zestiger jaren danwel de periode met Trout doen denken, veel goed uitgekozen covers en veel nummers die ze zo live kunnen spelen met de frisse nieuwe bandleden Rocky Athas, Greg Rzab, Jay Davenport aangevuld met de ouwe getrouwe Tom Canning. Ik kijk er weer naar uit.