Sortie Blues 2025 vond plaats op Vrijdag 05 en Zaterdag 06 September 2025 jl. @ Helse Heuvels in Winksele – BE. Hieronder het verslag van Zaterdag 06 Sept. Tekst Nicolette Johns en met foto’s José Gallois. Klik HIER om zijn gehele fotoalbum van dag 2 te bekijken.
Na een warme douche en een behaaglijk dekbedje gisteren in het hotel zijn we vandaag na een korte zoektocht naar een terrasje en Belgische boodschapjes gedaan te hebben we ruim op tijd bij de zonovergoten Helse Heuvels van Winksele. De strandstoelen zullen vandaag onder de bezoekers van deze zesde editie van Sortie Blues gretig aftrek vinden want de zon schijnt uitbundig en het blijft de hele dag mooi weer.

De eerste act zal plaats hebben op het Ideal Acoustic Stage alwaar de Belgische gitarist/bassist/zanger Luk de Graaff een akoestisch optreden van zo’n drie kwartier zal gaan verzorgen. Als ‘Ollanders kennen wij Luk de Graaff slechts van zijn optredens met legende bij leven Armand Hombroeckx a.k.a. Big Bill maar naslag leert dat hij met een pak bekende musici het podium heeft gedeeld. Zo speelde hij bij Arno (Hintjes), ook wel de Belgische Tom Waits genoemd, Admiral Freebee maar ook bij internationale artiesten zoals Frankie Miller.

De wat verwilderde en chaotisch aandoende Luk stapt om klokslag twee het podium op om nummers te spelen van zijn cd Mono uit 2019 die hij naar eigen zeggen op een Tascam 4-sporen recorder opnam. We horen op een niet goed gestemde gitaar ‘The Waiting’ gevolgd door ‘March To Wonderland’ een song over mensen “op café” die het beste ervan proberen te maken. Ik kan me niet onttrekken dat ‘s mans teksten en stijl wat aan dat van Warren Zevon doen denken, zéker als ik voor het schrijven van dit stukje het album Mono op Spotify op repeat heb staan.

‘Ragged Old Soul’ is wat steviger en hoort wat als een Bob Dylan protestsong aan; ‘Candy Store’ wat zijn kritische noot tegen de consumptiemaatschappij is staat dan weer níet op het plaatje zoals hijzelf cynisch opmerkt. De gitaar blijft jammer genoeg mijn oren geselen; ondertussen blijft Luk zoekend naar verborgen schatten en een levenslang verlangen in ‘Searching’. Inmiddels heeft Luk zijn ‘off key’ akoestische gitaar ingeruild voor een exemplaar dat gelukkig wel in tune blijft; we horen een grappig verhaal over een nummer dat hij eigenlijk schreef voor The Bee Gees en geen nummer voor mensen met hoogtevrees is. Ik heb dan geen last van acrofobie maar bij het horen van de kopstem van Luk de Graaff haak ik af. Een aardige opener maar in deze set had meer gezeten voor een muzikant van zijn kaliber.

De eerste set op het Café Allee Stage is van de uit de regio – ik heb me laten vertellen dat hij zelfs van Winksele is – afkomstige Armand Hombroeckx a.k.a. Big Bill en zijn band. Die band bestaat ook vandaag weer uit Luk De Graaff op gitaar, de ritme-sectie bestaat uit Jean Vandooren (bass) en Toon Derison (drumms). Ieder jaar is de nu 75 jarige Big Bill van de partij op Sortie Blues maar gezien de tijd dat het de overige bandleden en de organisatoren kost de man écht zover te krijgen zijn plaats op het podium in te nemen zou dit wel eens de laatste keer kunnen zijn. Er maakt zich van mij een plaatsvervangende schaamte meester deze fragiel ogende, duidelijk zichzelf verwaarlozende man zo te zien.

Met een kleine tien minuten vertraging begint rond half vier de vertrouwde set, bijna op commando speelt de breekbare ogende Armand zijn robuuste spel. Inmiddels heb ik de ooit gelauwerde Big Bill al twee keer eerder zien optreden en ook vandaag staat de cover van John Lee Hooker’s ‘Boom Boom’ op de set-list. Ook het in dialect gezongen ‘Veurdeur Blues’ komt voorbij.

Er staat blijkbaar niet alleen blues op het repertoire van deze Big Bill & Band want ik hoor ook weer de cover van JJ Cale’s ‘Call Me The Breeze’ alhoewel je Big Bill al jaren geen ‘breeze’ meer noemen mag. Tot dusver een aardig tijdverdrijf, maar niet meer dan dat.

Dan blijkt het tijd voor een – voor het publiek onbekende gebleven – gast die een paar songs helemaal niet onaardig zingt maar jammer genoeg niet écht naar de timing van de band luistert hoor ik Sam Cooke’s ‘Chain Gang’, ‘Twistin’ the Night Away’ en ‘Stand By Me’ voorbij komen. De band neemt het stokje van de onbekende gast weer over als bassist Jean Vandooren een cover zingt van The Rolling Stones, ook al wordt ‘It’s All Over Now’ zittend gezongen het swingt wel lekker.

Ook Geert Dierickx wordt gelijk andere jaren ook nog op het podium uitgenodigd voor zijn vertolking van ‘The Joker’ maar met de ‘Ene Mee Hesp’ Big Bill’s signature song uit 1976 is het toch écht gedaan voor deze band op de zesde editie.

Of we Big Bill volgend nog eens mogen begroeten? We gaan het zien maar betwijfelen of de steeds brozer wordende rock ‘n roller van weleer het zal gaan redden.

Als het rond de klok van vier is gekomen gaan we weer een plekje in het amfitheatertje zoeken om daar net als gisterenavond nog eens te gaan genieten van Oliver Kostrinstry & Adam Sikora. Het doet me deugd dat ook nu de stoeltjes en de heuveltjes bezet worden door een gemixt gezelschap aan toehoorders voor deze eerste echte blues-act van de dag.

Oliver Kostrinsky is afkomstig uit de New York en zijn begeleider de blues-harp spelende drummer (o.a. The Juke Joint Smokers) Sikora woont in Berlijn maar is van origine uit Polen.

Deze 32 jarige Kostrinsky legt als bestuurslid van de organisatie ‘Blues Fund’ contact met artiesten zoals Jimmy ‘Duck’ Holmes, de Burnside-clan of de nazaten van Junior Kimborough om samen te kunnen spelen en van hen te leren maar ook om jonge muzikanten op weg te helpen of de in vergetelheid geraakte bluesmannen te helpen met zaken zoals opname studio’s, contacten leggen en natuurlijk optredens. Dit alles beschouwt hij als een verrijking voor zijn blues-repertoire.

Eerlijkheid gebied me te zeggen dat we nagenoeg dezelfde set als op de opwarmavond van Sortie Blues 2025 horen. Het enige verschil is dat Oliver nu wat relaxter zich tot zijn publiek richt en dat hij naar dit Ideal Acoustic Stage ook daadwerkelijk een akoestische gitaar heeft meegebracht.

Voor ‘Going Down The River’ wisselt hij namelijk zijn elektrische Fender Strato voor een uit carbon gefabriceerde glanzende zwarte Fibertone. Of dit ook een travelmodel is kan ik helaas niet zien maar het zou me niets verbazen als deze Oliver voor een ‘detachable neck’ zou hebben gekozen. De drie kwartier speeltijd nadert zijn einde maar niet voordat we nog Mississippi’s Fred McDowell’s ‘Shake ‘Em On Down’ en Robert Belfour’s ‘Pushin’ My Luck’ hebben gehoord. Alweer een hele sterke set van een jonge, zeer getalenteerde, ietwat timide Oliver Kostrinsky!

We blijven nog even bij het Ideal Acoustic Stage alwaar achter de back-drop het een drukte van jewelste is. Op het kleine podium zal er een 4-koppig gezelschap aantreden onder de naam Kit & Caboodle, wat vrij vertaald zoveel betekent als “het hele spul”. Spul hebben ze inderdaad wel bij zich, we zien frontman Steven Depoorter niet alleen op de banjo maar hij neemt ook de leadvocals voor zijn rekening en de gitaar kent voor hem ook geen geheimen. De enige dame die Caboodle herbergt heet Florien Vandecasteele en zij vlijt de viool tussen schouder en kin, de contra-bass wordt door Frank Wuyts tegen het lijf getrokken en Jonathan Glorie mag zich de percussionist van het spul noemen waar ook het washboard deel van uitmaakt.

Kit & Caboodle komen uit Wallonie en zien eruit alsof ze zo weggelopen zijn uit Little House On The Prairie, ze maken old time country punk, gedrenkt in de geest en sferen van de Appalachen zo vertelt m’n zoektocht op internet mij. Steven Depoorter vertelt ons dat tijdens zijn omzwervingen in de US en Canada hij ooit tegenover het stamcafé van de veel te jong overleden Blaze Foley woonde. Het gekozen nummer ken ik niet maar toepasselijker voor Kit & Caboodle was de keuze voor ‘Oval Room’ geweest, ooit in de begin jaren tachtig geschreven maar in deze roerige tijden nog meer relevant dan ooit…..misschien een idee voor een volgende keer? Omdat we op de Helse Heuvels van Winksele te gast zijn wordt het toepasselijke ‘Fire On A Mountain’ gespeeld en gezongen.

De banjo heeft Depoorter aan de Westkust van Canada leren bespelen en humorvol vertelt hij zijn publiek dat een banjospeler de helft van de tijd besteedt aan het stemmen van zijn instrument. De set van Kit & Caboodle wordt nergens spannend maar ik ben dan ook geen fan van deze stroming in het muzikale landschap. Wij gaan even wat socializen alvorens er op het Café Allee Stage een hele grote meneer zal gaan optreden.

Deze artiest is de enige (!) muzikant die op dit Sortie Blues wordt aangekondigd – de m.c. is zijn ex-stad en landgenoot Ian Siegal – en heet Richard Thompson. Siegal introduceert de 76 jarige ex-Fairport Convention co-founder/gitarist/vocalist als “your crossover between folk and blues”. Thompson wist een hele rij albums op z’n naam te schrijven waarvan zijn laatste wapenfeit ‘Ship To Shore’ in 2024 uitkwam.

Muziekmagazine Rolling Stone noemt Thompson als één van de honderd beste gitaristen allertijden, ook wordt hij gelauwerd als de beste nog in leven zijnde songwriter samen met Bob Dylan. De programmeurs van Sortie Blues 2025 kunnen zichzelf een schouderklopje geven dat ze deze icoon uit de folkrock hebben weten te contracteren. Thompson’s carrière beslaat zo’n zestig jaar maar oogt als ik hem zo op het podium zie verschijnen niet veel ouder. De festivalweide staat volgepakt met bezoekers die blijkbaar alleen naar Winksele gereden zijn – er moest stante pede nog gemaaid worden om een geïmproviseerde parking te bewerkstelligen – om deze mastodont ‘gratis’ zijn virtuoze, bijzondere manier van gitaar spelen te zien en zijn onmiskenbare stem te horen.

Persoonlijk ben ik nooit rond het kampvuur van de folk geraakt; ik was geen bloemenmeisje toen ik jong was maar meer een soulknakkertje die uit dansen ging op Brown, Little Stevie Wonder en Curtis Mayfield. Hoewel Thompson altijd in een adem genoemd wordt met FC verliet hij de band al na vier jaar waarna hij een succesvolle solocarrière opstartte en met latere echtgenote Linda Peters een invloedrijk duo vormde. Zijn solowerken werden genomineerd voor Grammy Awards (Rumor and Sigh, You? Me? Us? en Dream Attic). Inmiddels is de van Schotse komaf Thompson aan eega nummer drie – Zara Phillips – toe waarmee hij 2021 in het huwelijksbootje stapte. Ook zij is zangeres en als ik ‘the grapevine’ mag geloven zal zij vandaag tijdens een paar songs haar man vergezellen op het podium.

Het altijd weer herkenbare stemgeluid vult de weide met het openingsnummer ‘Gethsemane’ dat van het 2003 album The Old Kit Bag komt. Het fijne gitaarspel biologeert de liefhebbers die respectvol luisteren naar dit boegbeeld van de folkrock. “No way I’m from Mississippi but from North London” vertelt de vriendelijke Thompson zijn toehoorders alvorens een fijn staaltje gitaarvirtuositeit in ‘If I Could Live My Life Again’ (2020 Bloody Noses) ten toon te spreiden.

Het kampvuur gevoel wordt geperfectioneerd met de vertolking van ‘Genesis Hall’ dat uit Thompson’s tijd bij Fairport Convention dateert en in 1969 het levenslicht zag op Unhalfbricking. Het nummer blijkt te handelen over krakers die een oud hotel bezet hielden en onder meer door Richard’s vader die bij de Londense politie zat uit het pand verwijderd moesten worden.

Een nummer met een weliswaar vrolijke melodie handelt over een iets minder vrolijk bestaan namelijk het leven van de dames van lichte zeden die hij zag tijdens een bezoek aan de Hamburgse Reeperbahn; we horen een nog steeds heel goed verstaanbaar zingende Thompson met ‘Turning Of The Tide’ dat inmiddels een dikke vijfendertig jaar geleden werd uitgebracht op Amnesia.

Zo langzaam aan wordt het tijd op de nieuwe mevrouw Thompson aan de Sortie Blues bezoeker voor te stellen; de dame – Zara Phillips – waarmee Thompson in New Jersey resideert oogt zo’n twintig jaar jonger dan de folk-held. Samen brengen zij de 1975 albumtitel ‘Hokey Pokey’ dat hij ooit met Linda wereldkundig maakte, een herkenning gaat over het terrein en er wordt zelfs meegezongen. Overigens schittert Thompson tijdens dit nummer nog steeds op Lowden gitaar, de ‘twang’ van elektrische zal de herinnering in moeten vullen. Het optreden van Richard Thompson is halverwege als ik ondanks het hoge niveau van de geboden kunsten en het omvangrijke oeuvre afhaak. Ik verruil het muzikale kampvuur voor een hapje, een drankje en een babbeltje bij de bar. Richard Thompson, groot oeuvre en een geweldige grootse muzikant die veel publiek naar het steeds succesvollere Sortie Blues wist te trekken. Chapeau mannen!

De blues-adept heeft niet haar adem in kunnen houden totdat er nà Oliver & Adam nóg een blues-act het podium ging bemannen want het is pas om negen uur – zo’n dikke vier uur later – dat Sortie Blues weer blues serveert aan de hongerige blues-stew eters. We staan te trappelen om Robillard & Roland op het Café Allee Stage te zien excelleren in hun stiel.

Duke Robillard is het alter-ego van de Amerikaanse – in het bluescircuit zeer gevierde – Michael John Robillard, ooit begonnen als controleur/afstemmer bij de Guild gitaarfabriek op Rhode Island waar hij bijna 77 jaar geleden werd geboren en nog steeds resideert. Roland is SB’s en Belgisch’ lieveling de 81 jarige Roland Van Campenhout. Beide mannen hebben een staat van dienst waarvan je achterover slaat. Ze speelden niet alleen met de groten der aarde maar waren ook overal ter wereld te bewonderen.

‘The Duke’ stond met diverse iconische artiesten op de planken zoals Dr. John, Fabulous Thunderbirds, The Blind Boys of Alabama, Maria Muldaur, Bob Dylan, Tom Waits en natuurlijk zijn eigen Roomful of Blues en Pleasure Kings. Hij werkte in de rol van zanger/gitarist, sessiemuzikant, producer maar ook als bandleider. Duke raakte volgens eigen zeggen door T-Bone Walker’s muziek geïnspireerd en de rest is inmiddels geschiedenis want The Duke treedt al bijna 60 jaar op en werd bekroond met talrijke prijzen zoals ‘Best Blues Guitarist’ door de Blues Music Awards en Grammy-nominaties.

Roland Van Campenhout is bekend van zijn band The Blues Workshop die hij bijna zestig jaar geleden oprichtte maar bij de internationale blues-discipel is hij vooral bekend als de gitarist in de band van Rory Gallagher. Hij speelde bij Arno, bij El Fish en zijn ‘Never Enough’ album dat hij met Admiral Freebee maakte ligt nog regelmatige in onze speler.

Als begeleiders zien we Toon Derison achter de drumms, Luk de Graaff zien we op de bass, Igor Maseroli op de bariton saxofoon en ‘last but certainly not least’ de altijd vrolijke, aimabele Patrick Cuyvers op de Hammond B3. Eerlijk gezegd doet vooraf de set wat rommelig aan, er wordt wat gezocht naar de juiste verhoudingen maar kwaliteit triomfeert altijd weer en dus zijn we getuige van een heel fijn optreden van dit collectief.

De opener is een instrumentaal nummer dat voor de gelegenheid tot ‘Swinging For Sortie’ is gedoopt en een nummer was om de vingers los te spelen aldus de woorden van Duke Robillard. Dat losmaken van de vingers is één maar het is overduidelijk dat Robillard nog steeds geteisterd wordt door problemen aan de linkerschouder waardoor de arm vrijwel niet meer boven ellebooghoogte uitkomt na de operatie aan de beschadigde pezen en spieren zo’n vijf jaar geleden. Ook onze harten zijn opgewarmd bij het horen van deze swingende blues. Van The Unheard Duke Robillard Tapes (Vol.1) uit 2006 horen we Robillard’s ‘I’m Stickin’ With You Baby’ dat natuurlijk formidabel op de Hammond B3 wordt opgeluisterd door toetsen-wizzard Patrick Cuyvers. Lekker hoor, ik leef weer helemaal op!

Ook de niet met Robillard bekende toeschouwers leven op als ze de tonen van T-Bone Walker’s ‘You Don’t Love Me And I Don’t Even Care’ herkennen, ondanks Robillard’s hoge leeftijd en ongemakken klinkt deze vertolking magistraal. Na een fors aandringen van The Duke himself horen we ook de vocalen van Patrick Cuyvers die ‘He’s Got A Way’ zingt, onbekend voor mij maar het klinkt in ieder geval hartstikke tof!

Daarna is het tijd voor ‘Jelly Roll Baker’ beter bekend als Sweet Jelly Roll van de Belg der Belgen: Roland! Toch is dit knap hoor als je op je eenentachtigste nog zo het publiek kan boeien met je ietwat broze stemgeluid maar je handen nog steeds de snaren weten te raken dat je een publiek kan hypnotiseren.

Eddie Boyd’s ‘Blue Coat Man’ komt weer voor rekening van The Duke maar ik zou Igor Maseroli een dikke pluim willen geven voor zijn harde werk. Niet alleen krijgt hij een forse bijrol in deze song maar over het geheel lijkt hij in heel veel nummers de lege ruimtes in te vullen.

‘Fishnet’ door Duke Robillard en ‘Saint James Infirmary’ door Roland zijn de afsluiters van deze zeer entertainende blues-set op dit jonge bluesfestival dat Sortie Blues heet.

De afsluiters van deze ‘indian summer’ op de laatste dag van Sortie Blues 2025 is een trio uit de provincie Namen dat al klaarblijkelijk zo’n dertig jaar de podia beklimt onder de naam Fred and The Healers. De frontman/zanger/gitarist stapt over de aardkloot als Fred Lani, de bassist heet Bertrand Lani en is Fred’s ‘baby brother’, drummer is Nicolas Sand.

Het trio heeft voordat ze eindelijk kunnen beginnen nogal wat opstartproblemen maar bij de soundcheck is al te merken dat ook dit jaar de programmeurs van Sortie Blues hebben gekozen voor een ‘stevige’ afsluiter. Met hun kersverse schijf No Escape onder de arm zullen deze mannen met de blues à la Stevie Ray Vaughn, Rory Gallagher en Jimi Hendrix de nacht inluiden.

Ook wij luiden zachtjesaan de nacht in nadat we nog hebben geluisterd naar de opener ‘How Blue Can You Get’ en opvolger ‘At Home Last Night’. Maar bij ‘Big Bang’ moet ik toch echt de boel inpakken voor nog een paar uur ‘on the road back to where we belong’.
Wij van TBA? willen de organisatoren van Sortie Blues hartelijk bedanken voor hun gastvrijheid. Sortie Blues 2025 was ook nu weer een hele fijne editie; petje af voor het programmeursteam. Deze TBA?-ers wensen de organisatie de volgende editie weer meer publiek en hopen dat meer ‘Ollanders de reis naar de Helse Heuvels zullen ondernemen om te genieten van het Belgische Woodstock onder de rook van Leuven.
Lees HIER het verslag van Sortie Blues 2025 – Dag 1.


