Little Feat speelt de avontuurlijke variant van veel muziekstijlen

Gezien & gehoord in Paradiso Amsterdam: Little Feat  met support: Tom Fuller Band  op donderdag 7 februari 2013. Review & video door Giel van der Hoeven met foto’s van Arjan Vermeer

Het geluid van de Amerikaanse band Little Feat is een merkwaardige mix van blues, rock, funk, jazz fusion, country en Cajun, waarin voor iedere muziekliefhebber eigenlijk wel iets aantrekkelijks zit. Temeer omdat het zowel muzikaal als artistiek ook nog eens heel aanstekelijk gebracht wordt zodat je er na de eerste beluistering direct weer naar terug verlangt. Dat overkwam ook mij dus in 1977 nadat ik het album ‘Time Loves a Hero’ voor het eerst had gehoord. Notabene in een periode toen ik me net aan het verdiepen was in oude naoorlogse blues, hedendaagse (hard)rock en toekomstige punk- en new-wave stromingen. Ja, het was een verwarrend tijdperk voor jonge muziekliefhebbers, die zeventiger jaren.

Om er zeker van te zijn dat Little Feat ook niet zo’n bandje was met bij elkaar geharkte Amerikaanse studiomuzikanten (waar op zich ook niks mee mis hoefde te zijn hoor), kocht ik na enig aarzelen ruim een jaar later ook het dubbele livealbum ‘Waiting for Columbus’ (1978). Generatiegenoten kennen die procedure vast wel, met een denkbeeldig lijstje albums in je hoofd fiets je naar je favoriete platenzaak, wetende dat je gezien je budget met maximaal twee elpee’s terug zou keren. Gedurende die maandelijkse ritjes vielen er (denkbeeldig) gelukkig ook steeds vanzelf onbeduidend wordende platen af. Maar sommige anderen bleven er maanden lang opstaan. ‘Waiting for Columbus’ was er bij mij dus zo eentje! Het was lang voor het internettijdperk waardoor we nu thuis bijna alle informatie vrij opvraagbaar kunnen krijgen en muziek gratis vóór te beluisteren is, alvorens we het echt besluiten te kopen. Maar, het bracht wel een beetje extra avontuur in je muzikale leven, en volgens mij is dát nou net ook de term die ik zocht om de muziek van Little Feat aan te duiden. Little Feat speelt eigenlijk de extra avontuurlijke variant van de meest succesvolle Amerikaanse muziekstijlen.

‘Waiting for Columbus’ was in 1978 voor mij dus het ultieme bewijs dat Lowell George, Bill Payne en consorten live ook prima hun mannetje stonden. Met opzienbarende bijdrage van ex-Stone Mick Taylor op de slide guitar (‘A Apolitical Blues’), Michael McDonald in de backing vocals (‘Red Streamliner’) en de Tower of Power horn section. Helaas heeft zich sinds die periode nooit een gelegenheid voorgedaan om de band ook echt live te gaan bewonderen in Nederland (Pinkpop 1976 gemist helaas). Maar afgelopen donderdag was het dan eindelijk toch zover. En met deze opmerking realiseer ik me gelijktijdig dat de hedendaagse zestigers waarschijnlijk meesmuilend deze introductie lezen. Want zij hadden sinds 1969 natuurlijk al lang en breed genoten van de vijf albums die vóór 1977 verschenen waren! (en misschien ook wel meerdere concerten bezocht?) Waaronder het onvolprezen ‘Dixie Chicken’ uit 1973. Hét album dat wordt beschouwd als een radicaal omslagpunt naar het nu zo typerende bandgeluid, leunend op de New Orleans R&B en funk. Hoe dan ook, zestigers, vijftiger, veertigers, maar ook niet grijze bolletjes van jongere leeftijd, stonden gisterenavond gebroederlijk schouder aan schouder om deze gerenoveerde old folks boogieband uit Californië nu echt van dichtbij te kunnen bewonderen.

Het enige nog originele stichtende bandlid op het podium in Paradiso was keyboardspeler Bill Payne. Verder de drie leden die vanaf 1972 de band kwamen versterken: gitarist Paul Barrère, bassist Kenny Gradney en percussionist Sam Clayton. Gitarist/trompettist Fred Tackett viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum als bandlid en de nieuwkomer was drummer Gabe Ford. Hij verving al in 2009 het originele lid Richie Hayward die in 2010 overleed aan de gevolgen van leverkanker. Ook werd de naam van de veel te vroeg aan ons ontva  llen singer-songwriter en multi-instrumentalist Lowell George (1945–1979) vooraf veelvuldig genoemd in Paradiso. Uiteraard, zou je bijna zeggen want zijn songs en invloed op het succesvolle Little Feat geluid blijven tot aan de dag van vandaag van onschatbare waarden.

Ik had dan ook geen bepaalde verwachtingen, maar werd wel getroffen door de openingsklanken met Paul Barrère and Fred Tackett, het huidige hart van Little Feat, in de hoofdrol. De band begon de avond namelijk met een korte instrumentale (slide)guitar warming-up voordat gelijk al de lancering van één van de betere ‘Time Loves a Hero‘ nummers werd ingezet – ‘Rocket In My Pocket‘. Een van die vele bekende en vooral goede songs uit hun omvangrijke catalogus welke nu 16 studioalbums omvat. Vier leden van het huidige sextet speelde toen ook mee op dit originele nummer, en hoewel George zijn geest nog steeds in de band rond waard was het Paul Barrère die uit zijn schaduw stapte om de rol van bandleider anno nu live, definitief over te nemen.

Little Feat deed hun naam als jam band eer aan, want alle stukken – vanaf de beginperiode tot aan Rooster Rag (2012) – werden in extra lange uitvoeringen gespeeld in Paradiso. “One of the coolest venues in Euroland”, volgens de heren zelf. En het moet gezegd: zit de sfeer er eenmaal in tijdens een concert in de Vaderlandse poptempel, dan kan je als band én als publiek geen betere rock venue treffen. Tijdens het niet onaardige voorprogramma, de Tom Fuller Band was mede door het handjevol publiek dat nog slechts aanwezig was die sfeer nog wat doods. En dat was jammer want de mainstream rockband uit Chicago heeft echt de capaciteiten om een zaal te laten swingen. Tom Fuller zelf die zowel qua uiterlijk als uitstraling gelijkenissen vertoonde met Roger Daltrey is een verdienstelijke songschrijver en muzikant. Maar het spreekwoord “onbekend maakt onbemind” ging hier nog overduidelijk op bij het publiek dat – op een enkeling na – uitsluitend voor de hoofdact was gekomen.

Oudgediende Bill Payne Payne nam na de eerste twee nummers de microfoon achter zijn Korg keyboards ter hand, om de solovocalen van het bluesy ‘Cat Fever‘ voor zijn rekening te nemen. Het nummer is van het album ‘Sailin’ Shoes‘ uit 1972 en kwam destijds geheel van zijn eigen hand. Op de rest van de nu gespeelde gouwe ouwe composities had, zoals eerder vermeld, Lowell George compositioneel dus duidelijk een dikke stempel gedrukt. Zoals het swingende ‘Spanish Moon‘ met een conga intro en vocalen plus overige percussie bijdragen door Sam Clayton. De man uit New Orleans is inmiddels bejaard en slecht ter been maar hij is nog altijd dé belangrijkste funk factor binnen Little Feat. Een leuk feitje is nog dat de soul en gospelzangeres Merry Clayton zijn zuster is. Ze was de originele zangeres op de The Rolling Stones song ‘Gimme Shelter’. Maar dit terzijde. En natuurlijk mocht de klassieker ‘Willin’ niet ontbreken, waarbij Barrère het publiek met succes uitdaagde om mee te zingen. Helaas werd de soulvolle Tex Mex versie dit keer niet voorzien van het getrouwe ‘Don’t Bogart That Joint’ en ‘The Weight’ reprise. Maar de eerste geuren van (cannabis) joints vonden op dat moment niet geheel toevallig onder het genot van Fred Tackett’s mandoline solo wel de weg naar onze reukorganen.

Het past allemaal in de sfeer van een Little Feat concert, ongedwongen en wars van overdreven showelementen of opgeblazen ego’s. Vervolgens stonden er drie songs van het laatste album ‘Rooster Rag’ op de setlist. ‘Church Fallen Down‘ is een mooie ouderwets goede gospelballade en het titelnummer is zo’n typisch Little Feat nummer met warme croonende vocalen door Bill Payne. En ook ‘Rag Top Down‘ is een herkenbare back-to-the-seventies song: “Driving my Chevy with the rag-top down…”. ‘Fat Man in the Bathtub‘ deed dus herinneringen oproepen aan Pinkpop 1976, één van de eerste live kennismakingen door muziekminnend Nederland met deze bijzonder Amerikaanse band met de toen nog levende legende Lowell George als leadzanger. Maar anno 2013 kweet Paul Barrère zich goed van zijn vocale taak. De song mondde uit in een geweldige instrumentale jam richting de swingende finale ‘Let It Roll’ waarin alle bandleden stuk voor stuk collectieve en individuele bijdragen leverden.

Een indrukwekkend concert waarbij niet alleen allerlei soorten aan southern style muziek te horen waren maar ook uitstekende meerstemmige samenzang, prima slide-, akoestische en elektrische gitaarpartijen, hoogwaardige keyboards klanken, superritmisch drum- en percussiewerk en een puike bassolo. En als encore kregen we de Payne/George klassieker ‘Oh, Atlanta’ en niet ‘Dixie Chicken’ waar een deel van het publiek de hele avond al om vroeg. De tompet van Tackett bleef dus onaangeroerd dit keer, en dat terwijl het blaasinstrument al wel de hele avond klaar stond. Ook na wat aandringen van de fanatici in het publiek bleef het slechts bij één toegift en het uitdelen van wat handjes en plectrums door Paul Barrère & Co. De mannen van Little Feat zaten in gedachten alweer op de Euro-Highway onderweg naar Shepards Bush Empire in Londen, waar vrijdag de volgende van de totaal 17 Europese shows plaats zal vinden. Feats won’t fail ’em now.

Setlist:
01. Rocket in My Pocket (Time Loves A Hero)
02. Honest Man (Live at the Rams Head)
03. Cat Fever (Sailin’ Shoes)
04. Just A Fever (Rooster Rag)
05. Spanish Moon (Feats Don’t Fail Me Now)
06. Willin’ (Sailin’ Shoes)
07. Church Falling Down (Rooster Rag)
08. Rooster Rag (Rooster Rag)
09. Rag Top Down (Rooster Rag)
10. Fat Man in the Bathtub (Dixie Chicken)
11. Let It Roll (Let It Roll)
Encore:
12. Oh, Atlanta (Feats Don’t Fail Me Now).

Little Feat is:
Zanger/toetsenist: Bill Payne (1969-1979) en (1987-heden)
Zanger/gitarist: Paul Barrère (1972-1979) en (1987-heden)
Gitarist/trompettist/zanger: Fred Tackett (1987-heden)
Bassist Kenny Gradney: (1972-1979) en (1987-heden)
Drummer Gabe Ford: (augustus 2009-heden)
Percussionist/zanger: Sam Clayton (1972-1979) en (1987-heden)

en hier staan de rest van de foto’s :

TheBluesAlone's 2013 Little Feat at Paradiso album on Photobucket

9 thoughts on “Little Feat speelt de avontuurlijke variant van veel muziekstijlen”

  1. @Martyn: ‘Honest Man’ is inderdaad een George/Tackett compositie op Lowell George’s soloalbum Thanks, I’ll Eat It Here uit 1979. Maar de band Little Feat bracht het in 2002 ook uit op hun 3e live album ‘Live at the Ram’s Head’.

    @rian
    Je hebt gelijk, op de papieren setlist stond ‘Dixie Chicken’ maar het werd een andere Payne/George klassieker ‘Oh, Atlanta’.

    Beide dank voor jullie bijdragen.

  2. Klein correctie voor de set list. Honest Man is eigenlijk een nummer van de Lowell George solo album “Thanks I’ll Eat It Here” uit 1979, geschreven door Lowell en Fred Tackett. Ik denk niet dat het door veel mensen erkend werd.

    Ik vond de show van 2007 eigenlijk beter maar het blijft een genoegen om Feat te zien. Je merk wel dat ze ook een dagje ouder worden en niet zoveel zin hebben voor 2 toegiften van meerdere nummers.

  3. mooi verslag dank je. Ik was er ook in ’76 in Geleen, was toen al heftig fan van ze. Hele publiek zong toen met hun mee, geweldig. ‘Roll right through the night, roo-hoool’
    In mijn collectie is ‘Feats don’t fail me now’ één van de tien albums die meegaan naar een onbewoond eiland als ik zou moeten kiezen
    Phil

  4. Ik heb ze inderdaad gezien op Pinkpop in ’76, toen nog met Lowell George.
    Ben een lifetime fan van ze, heerlijke muziek en wat een geweldig verslag !
    Bedankt !

  5. You’ll put on the finest show’s on Earth; I have been a FEAT freak since 1974 or 1975, we got to talk with ya’ll in your motor home one year,at The Bottle & Cork , Dewey Beach,De. Realy cool , down to earth people , had a blast ; Our lead singer ( Betty-Anne ) has an amazing voice she got sing with you, we had a band called Natural Blues ; We stayed together for 12 yrs. our founder Fred Hensing passed away in 1999, he loved ya’ll too keep on keepin on . Hoy Hoy !!!!!!!!!!

Geef hier uw commentaar

%d bloggers like this: