Connoly Hayes speelde Zondag 02 Maart 2025 jl. in Café De Amer in Amen; een verslag van Ria Pronk met foto’s van Gerrie van Barneveld.
De programmeurs van Café De Amer hebben een neus voor acts die uiteindelijk het formaat van hun muziekpodium ontgroeien. Alhoewel je het nooit kunt voorspellen, zie ik dat ook gebeuren met Connolly Hayes. Die kom je, als ze voldoende “vlieguren” hebben gemaakt, alleen nog tegen op de grote podia. Vanmiddag staan ze voor een 95-koppig publiek; een uitverkochte zaal. De Britten zijn afgereisd naar Amen tijdens hun Europese tournee, die bijna ten einde is. In 2024 werd de band genomineerd voor ‘Emerging Act Of The Year’ bij de UK Blues Awards. Zac Schulze ging er met de prijs vandoor, maar er gaan zich vast meer kansen op awards voordoen, want het is absoluut een veelbelovende band die op het podium staat.
Het gezelschap bestaat uit vijf vrienden die elkaar kennen van eerdere muziekuitspattingen: Jess Hayes (vocalen), Frankie Connolly (vocalen en gitaar), Beau Barnard (bas), Joe Mac (toetsen) en Andy Wilder (drums). Ze brengen een blend van blues, rock en soul, zowel covers als eigen nummers en ze zijn vastbesloten om de wereld te gaan veroveren. En waar kun je daar beter mee beginnen dan in Amen?

Covers, ik noemde het al. ‘People Get Ready’ van Curtis Mayfield, speelde een belangrijke rol in de strijd van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de zestiger jaren, toen nog geen van deze jonge muzikanten het levenslicht had gezien. Een song met een onderwerp, actueler dan ooit en goed gekozen als opener. Jess Hayes kan er in uitpakken en ook de band draait er lekker op warm. De dame, kan zingen dat is zeker.

Er volgt een cover van Bobby Womack’s, ‘Woman’s Gotta Have It’. Nu zingt Frankie Connolly een riedeltje mee. Ook Frankie blijkt een hele goede zanger, met een stem die aan Chris Stapleton doet denken, maar ook verrassende hoge souluithalen in zich heeft. De combinatie met de stem van Jess, is een “match made in heaven”.
Eigen nummers, die zijn er ook. ‘Tired Of His Love’, kent een mooi piano-intro. Jess weet wel raad met deze ballad en als dan Frankie het tweede couplet voor zijn rekening neemt, ben ik bij het derde nummer van de eerste set al volledig gesmolten. De song kent een mooie opbouw met een dynamische gitaarsolo. Het is duidelijk dat Frankie naast een begenadigd zanger ook een creatief en veelzijdig (slide) gitarist is. Met een jaloersmakend gemak hanteert hij de Fender Strat.

Een Doby Gray cover volgt, ‘Drift Away’ laat ons wederom de soulkant van de band zien. Die staat als een huis. Er worden vanmiddag relatief veel covers gespeeld. Dat gebeurt met respect voor de originelen. Toch denk ik dat, om echt onderscheidend te kunnen zijn, de balans tussen covers en eigen werk meer zou mogen doorslaan naar het laatste. Die eigen nummers doen zeker niet onder voor de covers. Meet In The Middle’ is zo’n eigen nummer. Beetje poppy, swingend en catchy, met wederom ruimte voor het soleerwerk van Frankie, met de nooit aflatende support van een strakke ritmesectie. Goedgekozen is ook ‘Find Yourself’ van Lukas Nelson.
De bescheiden toetsenist Joe Mac mag in dit gezelschap ook zeker niet onbelicht blijven. Jazzy, funky, een enkele klassieke touch; Joe Mac draait er zijn hand niet voor om. Dat de Bobby Womack covers passen als een handschoen, blijkt ook uit ‘Across 110th Street’. Fabuleus.

Even uitblazen in de pauze en dan zet het concept zich voort; covers, afgewisseld met eigen werk. Om maar eens te beginnen met ‘Here To Love You’ van The Doobie Brothers. Er volgt een beweging richting de blues, zonder aan swing in te leveren, met ‘That’s What Love Can Do To You’ (Little Milton). Frankie vindt zijn ruimte in een heerlijke solo en Joe Mac vult vele maten met interessant soleerwerk op de piano. Hij vertraagt en brengt het nummer terug naar grote hoogte.
Een eervolle vermelding verdient de uitvoering van ‘Midnight In Harlem’ van The Tedeschi Trucks Band, ietwat versneld ten opzichte van het origineel, maar met eenzelfde sfeer en ook nog eens eindigend met een stukje Peter Green’s ‘Albatros’. Speels, jong en grappig. ‘A Lover Ain’t A Fighter’, is een rocksong van eigen hand geïnspireerd op de muziek van Jackson Browne.

In de toegift nog een allerlaatste cover: ‘Love The One You’re With’ van Stephen Stills. De groten der aarde zijn nu zo ongeveer allemaal wel gepasseerd. Ruim twee uur lang worden we getrakteerd op kwalitatief hoogstaand muzikaal vuurwerk, gebracht met schwung, aanstekelijk enthousiasme en een vleugje Britse humor. Zoals al eerder gemeld, een repertoire met veel covers. Voor de echte bluesliefhebber viel het misschien een beetje tegen, want soul en rock vormen de hoofdmoot van het repertoire. We gaan vast meer van deze band horen want Connolly Hayes is vastbesloten de wereld te veroveren. Sinds vandaag hebben ze er 95 fans bij.