De Deeldeliers interview en jazzparty review ft. Jules Deelder & Bas van Lier

Exclusief interview met: Jules Deelder & Bas van Lier (De Deeldeliers) in De Kroepoekfabriek Vlaardingen met tekst & filmpje door Giel van der Hoeven en foto’s van Johan Sonneveld op vrijdag 10 april 2015

Eind jaren ’70 dook hij ineens op in het clubcircuit, daar waar wij kwamen om onze helden The Wild Romance, Phoney & the Hardcore of New Adventures live te kunnen aanschouwen. Een vreemde snoeshaan in de ogen van wijsneuzige pubers zoals wij. Maar, afkomstig uit Rotterdam en dus oké. Zo redeneerde wij toen. Hij redeneerde anders. Vooral hard en snel, in alle opzichten. Rechtvoorzunraap en strakintpak. Eigenlijk verwoordde en wás hij (bijna) alles wat onze idolen in hun bandnaam hadden: wild, romantisch, (niet)nep, nieuw en avontuurlijk. Ergens in de jaren ’80 stond ik met de bundel ‘Modern passé’ (De Bezige Bij, 1984) oog in oog met hem. “Wat motter in?” vroeg hij met die bekende ‘natte t’ die hij de hele avond al in zijn theatershow gebezigd had. “Uhh, doe maar: voor Ari(e)” antwoordde ik. Dat leek me wel leuk, want zo heette zijn pas geboren dochter maar óók mijn vader, voor wie het boekje bestemd was (bedacht ik daar ter plekke). En in de jaren ’90 ging hij optreden met onze held Herman Brood en met collega-dichter Bart Chabot. De cirkel was rond. Dachten we. Niets was minder waar, de cirkel werd alsmaar groter. In 1992 verscheen ook de verhalenbundel ‘Jazz’ bij De Bezige Bij. Attenoje! Alles kwam ineens samen. Moest ik dan echt eerst 30 jaar geworden zijn om ook deze muziek te kunnen snappen? Blijkbaar. Nu in 2015, op zijn zeventigste jaar, bevindt hij zich wederom in goed gezelschap op het podium. Weer sta in oog in oog met hem. Dit keer iets langer dan toen en nu mag ik hem vragen stellen. Of beter: mag ik hún vragen stellen. Immers, ‘Jules Deelder en Bas van Lier doen alle interviews voor de Deeldeliers met zijn twee’. Zo werden we op voorhand door het management – waarnaar dochter Ari (thans 30 jaar) ons vriendelijk had doorverwezen – geïnstrueerd. De Deeldeliers zijn geen predikers. Maar als het gaat om het verkondigen van de religie ‘Jazz’, luisteren we eerbiedig toe. Want óók Dominee Bas van Lier blijkt een kenner van het metier te zijn. En er was, er is en er blijft natuurlijk maar één nachtburgemeester van Rotterdam, Julius Anton Deelder. De Hoogedel(n)achtbare Heer Deelder en de Weleerwaarde Heer Van Lier spreken. Een The Blues Alone? interview met échte jazzkenners.

Hallo Jules en Bas, wat hebben de jazzadepten van De Deeldeliers met bluesmuziek?
Jules: Kijk, het lijkt me überhaupt lastig om jazz te spelen zónder blues. Da’s onverbrekelijk met elkaar verbonden. Zo is het toch! Ik vind ook dat de mensen veel teveel onderscheid maken, alles maar in hokkies willen stoppen. En we hebben vanavond natuurlijk ‘Blues On Tuesday’ op de setlist staan.

Jullie missie is oude jazz levend houden. Is dat nodig?
Bas: Nou, het is geen missie hoor, we spelen gewoon wat we leuk vinden en daar is ook nog eens een publiek voor. We zijn geen predikers. Oké, Dominee Van Lier op orgel en klavier, maar daar houdt het dan wel mee op.

Wordt het door – zoals nu – in popclubs te spelen ook toegankelijker voor de jeugd?
Bas: Ja, want in die clubs komen toch weer jongere mensen die nieuwsgierig zijn naar wat we doen. En dan hoor je vaak: ‘jha, maar dit is geen jazz, want dit is wél leuk!’ Maar als je aan de jeugd vraagt wat voor popmuziek ze leuk vinden krijg je ook verschillende antwoorden van rock tot dubstep. Zo is het dus ook met de jazz, het bestaat in vele variaties.
Jules: Het is een levensgevoel, we willen de mensen niet per se opvoeden maar er zijn nog wel steeds verkeerde ideeën over. Want iedereen denkt bij jazz nog aan VVD-muziek of piep-knor. Het is ook zo merkwaardig dat de bebop van Charlie Parker en Dizzy Gillespie wordt gezien als traditionele jazz. Ik versta onder traditionele jazz, vooroorlogse jazz. Dat neemt niet weg dat het allebei retegoed kan zijn ‘tuurlijk!

Jules, vind je het jammer dat je niet eerder als fulltime muzikant bent begonnen?
Jules: Nou ja kijk… dat heb ik natuurlijk altijd wel stiekem gewild, maar ik ben een andere weg ingegaan. En ik heb me daarbij wel altijd verwant gevoeld aan jazzmuzikanten. En nou, na mijn 65ste, heb ik een carrièremove gemaakt. Want ik ben op m’n 70ste, zoals een hoop andere leeftijdgenoten dat wel zijn, nog steeds niet uitgerangeerd!

BasvanLier1

Bas, vind je het jammer dat je Jules niet eerder hebt ontmoet?
Bas: Nou, nee hoor. Er is een tijd voor alles en nu is er géén mooiere tijd als deze! Ruim twee jaar geleden begonnen we in de Bullet Sound Studio als Deeldeliers met Hans Dulfer en Benjamin Herman erbij [daarvan verscheen een audiovisueel verslag op dvd en elpee – red.]. Maar nu klopt het ook gewoon helemáál met saxofonist Boris van der Lek, drummer Erik Kooger, Jules en mijn persoontje.
Jules: En als we 10 jaar eerder waren begonnen zouden we nu niet meer bestaan, waarschijnlijk.

Hoe is het gesteld met de Nederlandse jazzscène en is het in Vlaanderen, waar jullie vorige week waren, anders?
Bas: Uhh, de Nederlandse jazzscène? Wij spelen zelf zoveel, dus ik zou niet weten hoe het anderen momenteel vergaat. En het grootste verschil met Vlaanderen is wat mij betreft het eten daar, meer niet.
Jules: Laat die Belgen maar schuiven hoor, want die hebben meer met muziek dan wij. Ja jóh, ze gaan niet gelijk staan springen of zo, maar gisteren waren we in Friesland en die mensen daar zijn toch rustiger, weetjewel. Morgen zitten we weer in Maaseik en Sint Niklaas krijgen we óók nog… nou, “if you can make ik there, you can make it anywhere!”

BasvanLier2

Jullie maken met het album Deeldelirium (2015) ‘gehakt van jazz’…
Bas: … Nee, nee, nee! Niet van jazz… daarachter volgt nog een hele rij termen hè: rock, funk, soul, hip, hop, dance… en als je dat allemaal in een spreekwoordelijke blender gooit, hoor je ongeveer wat wij doen.
Jules: Het gaat erom dat je échte muziek maakt die swingt. En wat mij betreft kenje het noemen wat je wilt jóh.

Maar sommige jazzrecensenten maakte ook spreekwoordelijk ‘gehakt’ van jullie plaat. Trekken jullie je dat aan?
Bas: In de jazz worden we momenteel verguisd maar van popcritici krijgen we de ene laaiende recensie na de anderen. Ze zullen ons wel té commercieel vinden die jazzvogels, omdat we in volle popclubs spelen zónder subsidie.
Jules: Zó ja, da’s verdacht hè!

Bas: En dat we geen bassist in de band hebben of teveel solistische bombarie… wat móet je daar nou mee?! Dus Jimmy McGriff swingt niet als soul-jazz organist en ‘Brother’ Jack McDuff met zijn hard bop óók niet?
Jules: … jóh pleurt toch op!
Bas: Het gáát maar door met die foute vergelijkingen weet je, dat is meer onkunde dan passie voor die muziek. Ik sprak van de week Hans Dulfer nog, en die heeft daar zijn hele leven al last van.
Jules: En dominee Van Lier speelt ook bas op zijn klavier, ja toch? Zó!

Is het dan toch allemaal de schuld van Klaus Wunderlich?
Bas: Nee, maar die naam valt veel, dat wel, haha.

Jules: Oh ja, die Duitse Stef Meeder. Kwam die ook niet uit Vlaardingen, of was het toch Schiedam?

Op jullie 3e album Deeldelirium staan nu dus ook zelfgeschreven nummers, waar onder het exotische ‘Cameltoe’. Wanneer en hoe komt zo’n compositie eigenlijk tot stand?

Jules: Nou, we waren met z’n allen op de Parade en toen hebben we het na een soundcheck door samen wat te knoeien in mekaar geknutseld.
Bas: En behalve de heer Deelder hebben we met drummer Erik Kooger nóg een woordkunstenaar in ons midden, hij kwam ook met die titel aanzetten.

Jules: In Utrecht kwam er na afloop een vrouw naar me toe en die vond ‘Cameltoe’ nogal vrouwonvriendelijk. Ik zei: “joh, rot een eind op wijf!”
Bas: Het heeft alles te maken met het stuwende kamelenritme, want onze kamelenteen moet je horen en niet zien!
Jules: Nee, ons betrap je niet op humor, haha!

Nog maar wat meer woordkunst dan maar: is ‘reet’ het mooiste Rotterdamse woord dat bestaat?
Jules: Nou, het komt wél in de buurt, ja. Ik zat nog een tijdje in het vijfkoppige jazzcombo Trio Me Reet. En, ‘lik me reet’ klinkt ook al zo lekker…
Bas: … of: ik reet gisteren naar Rotterdam, haha!

Hoeveel milde spot zit er in de New Orleans-achtige dodenmars ‘Verenigingsleven’?
Jules: Nou ja, ehh… het illustreert aan de hand van een triviaal voorval een tragiek dat in ieder mensenleven wel eens voorkomt. En tsja, hoeveel ironie? Voldoende!
Bas: Dat nummer ontstond ineens en Jules zijn tekst bleek daar naadloos op aan te sluiten. Die wandelende drumbands in New Orleans zijn óók verenigingen hè, net als de meeste vierdaagse lopers. Dus wandelen en tragiek komen in die song samen in tekst en muziek.

Wat is er zo leuk aan boogaloo?
Bas: Iedereen wordt toch vrolijk van een boogaloo. Ik zéker!
Jules: Bas is boogaloo-verslaafd, maar geeft er wél zijn eigen draai aan.
Bas: Zéker! Helemáál achter een Hammond orgel kom je al heel gauw bij de boogaloo. Mooi toch, zoals altsaxofonist Lou Donaldson en organist Lonnie Smith dat deden en ze voor Blue Note Records de plaat ‘Alligator Bogaloo’ (1967) opnamen. Diezelfde Dr. Smith heeft in 1994/1995 bij Music Masters ook de Jimi Hendrix Tributes Foxy Lady en Purple Haze uitgebracht. Zo dicht liggen jazz en blues dus bij elkaar. Finger-lickin’ good.

De naam is gevallen, wat is de meest interessante persoon die je de laatste 70 jaar ontmoet hebt Jules?
Jezus, ja van welke criteria ga je dan uit? Ohw ja, Jimi Hendrix hoort wel bij de meest interessante figuren, ja… [verder laat Jules zich vandaag niet uit over dit onderwerp, lees meer uitleg hier – red.]

Oké, over een andere boeg dan maar: wie zou je later aan gene zijde – behalve je hond Bix – graag nog eens ‘een poot’ willen geven Jules?
Jules: Nou, over performers gesproken… de heer A. Hitler dan. Dat het een vernietigende kracht van kwaad was weten we allemaal, maar door hem is wel de héle wereld veranderd. Dáár zou ik hem wel eens wat over willen vragen, ja. Mijn Duits is niet jedat, maar als je dood bent is die hele taalbarrière wel opgeheven neem ik aan. Ik heb ooit wel eens een spiritistische saillance gedaan met je hand op zo’n bord met van die letters, maar dat contact met gene zijde ging mooi niet door. Het enige dat ik door kreeg was: Nein!

BasvanLier3

Jules, komt er ooit nog een plaat of cd-box uit in de serie ‘Deelder Draait Door’?
Nou nee, ik ben nou hiermee bezig. Ik denk ook niet dat er nog een platenmaatschappij is die daar interesse in heeft momenteel. Maar die hele serie heeft verder wel goed verkocht hoor. Daar zijn er écht duizenden van over de toonbank gegaan. Maar ach, met deze digitale generatie zijn ook ceedeetjes alweer uit de tijd, zo gaat dat hè. Het maakt ook allemaal geen ene reet uit jóh! Zolang de groove maar oké is.

Blues On Tuesday [J.A. Deelder]

Geen geld.
Geen vuur.
Geen speed.

Geen krant.
Geen wonder.
Geen weed.

Geen brood.
Geen tijd.
Geen weet.

Geen klote.
Geen donder.
Geen reet.

De Deeldeliers Jazzparty [concert review]

Het Deeldeliers optreden die avond werd een heuse jazzparty. Eerst Draait Deelder. Dan klopt, veegt en zuigt Deelder in De Deeldeliers. En vervolgens Draait Deelder weer onverstoord door en signeert hij CD’s. Wanneer Jules Deelder aan het begin van de avond achter de draaitafels plaats neemt, met zijn rug naar het publiek toe, krijgen we swingende jazz uit zijn privé collectie te horen. Opzwepende analoge bebop-, jungle- en hardbop klanken met soms een tikje of kraakje erin, zoals dat hoort bij vinyl persingen uit de jaren vijftig. Af en toe zien we DJ J.D. met zijn hoofd meebewegen op de snelle ritmes. Maar verder is hij vooral druk doende om het zwarte goud zorgvuldig uit de gerafelde kartonnen hoezen te halen en er weer in terug te stoppen. Elpeehoezen die de hele avond ook op het grote projectiescherm worden weergegeven en die uitblinken in schoonheid door eenvoud. Alleen dát is al een genot om naar te kijken. Veel bekende en onbekende namen zoals Miles Davis, Charlie Parker, Gene Krupa, Clark Terry, Bill Baron, Coleman Hawkins… uitsluitend mannen die voor- en naoorlogse instrumentale jazz spelen. Want Jules houdt niet van zingen en zeker niet van dameszang voor een volk van zielenpoten. Zoals hij later in niet mis te verstane bewoordingen – met Trijntje ‘Oosterkut’ en Vanessa ‘met-zukke-nep-memmen’ als lijdende voorwerpen – te kennen gaf: “ze denke tegenwoordig allemaal datse kenne zinguh, laatze lekker de pleuris krijguh!”

De Deeldeliers doen in de Kroepoekfabriek alle nummers van de nieuwe plaat Deeldelirium plus een drietal ouwetjes. Voor een goedgevulde zaal met een handje vol schuifelende geharde jazzcats, die glimmende puntschoenen dragen onder hun strakke pantalons. En verder is het een gemêleerd en eveneens meelevend publiek. De Deeldeliers spelen voornamelijk instrumentals waarin ‘Dominee’ Bas van Lier op Hammond orgel en klavier en saxofonist Boris ‘balladekeizer’ van der Lek met regelmaat uitblinken in solowerk.

Met ‘One For My Baby’ als sporadisch rustpunt van de verder opwindende avond vol jazz, jive, jump, bop, funk, soul en alles daaromheen en tussenin.

Waarbij drummer Erik ‘de Noorman’ Kooger het ondersteunende slagwerk voor zijn rekening neemt. En hij in het swingende uptempo ‘Una Noche Con Francis’ een wervelende drumsolo weggeeft. Deelder zelf zit met twee brushes (kwasten) relaxed mee te tikken en te vege

n op een snaredrum en een hi-hat bekken. En we krijgen een wrangkomisch lesje jazzgeschiedenis van hem. Zoals feiten en triviale weetjes over de Amerikaanse jazzsaxofonist en componist Hank ‘Uh-Huh’ Mobley (1930) die maar één long had en in 1986 toch overleed aan dúbbele longontsteking. Of over de invloedrijke Robert Johnson, hij die trouw zwoer aan de muziek van de duivel: the blues. Gevolgd door de song ‘Blues On Tuesday’ voorgedragen in zijn zo kenmerkende praatzingende stijl.

En ondanks dat ‘leeuwerik’ Jules geen liefhebber is van zangvogels waagde hij zich ironisch genoeg – én aangemoedigd door Dominee Van Lier – toch aan één écht zangnummer: ‘Brother Can You Spare A Dime’. Een traditional uit 1932 van één van de eerste crooners uit die tijd: Rudy Vallee and his Connecticut Yankees. Deelder zong het “in toonsoort asbest waarbij je onderweg ook nog een mol tegen kan komen”. Hij declameerde ook en las voor uit eigen werk (o.a. ‘Verenigingsleven’ en ‘Deelderijm’). En als die bekende spraakwaterval hoorde we de aucteur in een reeks van 10 korte hilarische gedichten met kant-en-klaar en culinair materiaal als (on)smakelijke ‘Rotterdamse Kost’. Verder veel improvisatie die stijf stond van de zwarte humor waaronder het kortste internationale gedicht ooit: “Fuck sex!”. De limited edition van het dubbele zwart/wit vinyl met daarop veel van die verhalen en voordrachten en met natuurlijk de muziek van De Deeldeliers is al weken lang uitverkocht. Maar de gesigneerde CD’s – uit de tijd of niet – gingen na afloop in de Kroepoekfabriek als ultra vette happen van hand tot hand. En Jules zelf stond alweer achter zijn deejay-booth en draaide onverdroten verder. Want Deelder leeft door! En dat doettie nog lang.

De Deeldeliers setlist: Deelder draait (DJ-set 1); Vanlierdedeel; Mattie T.; Jungle Strut; Brother Can You Spare A Dime (Rudy Vallee); Cameltoe; And Satisfy; One For My Baby; Una Noche Con Fracis; Deelderijm; Verenigingsleven; Uh-Huh (Hank Mobley); Blues On Tuesday; Backlash; Deeldelirium; Deelder draait door (DJ-set 2).

De Deeldeliers zijn: Jules Deelder – Stem, slagwerk, DJ; Bas van Lier – Hammond orgel, stem; Boris van der Lek – Tenorsax; Erik Kooger – Slagwerk.

Geef hier uw commentaar

%d bloggers like this: