The Blues: . . . door Wynton Marsalis en Eric Clapton

review door Arjan Vermeer

 

Het is 9 april 2011 als Wynton Marsalis en Eric Clapton van beide kanten het podium oplopen in het Jazz At Lincoln Centre in New York. De andere bandleden zitten al op het podium geduldig te wachten. Voordat Marsalis en Clapton naast elkaar gaan zitten geven ze elkaar lachend de hand, daarbij Clapton wijzend op zijn pochetje, zo van “had je niet gedacht hè“. De hele band, inclusief Clapton is namelijk onberispelijk in kostuum gestoken.

Na een korte introductie van Wynton Marsalis, “It’s such a pleasure for us to welcome Eric to the house of swing.  This is a setlist that he picked. We gonna start with a piece entitled ‘Icecream, Icecream, everybody wants Icecream‘ “, start een avond vol oude bluesnummers ondergedompeld in een sausje van dixieland, new orleans jazz en jump blues. Dit keer dus geen gierende bluesrock gitaarsolo’s van Eric maar een subtiel samenspel tussen leden van een band die doet denken aan King Oliver’s Creole Jazzband uit de jaren ‘20 van de vorige eeuw.

En al vanaf het begin laten de bandleden horen wat ze waard zijn. In het “Icecream” nummer krijgen ze allemaal volop ruimte om te soleren: Dan Nimmer op zijn Steinway-piano, Carlos Henriquez op contrabas, Ali Jackson met strakke drums en percussie, Marcus Printup speelt de trompet naast Marsalis, de klarinet van Victor Goines duellerend met de ingetogen gitaarsolo’s van Clapton op zijn Gibson, de jonge en talentvolle Chris Crenshaw op trombone en zang (Joliet Bound), meester banjospeler Don Vappie en Clapton’s sideman op keyboards Chris Stainton.

Eric Clapton liet al in 1994 -met “From The Cradle”- zijn voorliefde voor de blues zien. Vanaf dat moment bevestigde hij dat meerdere malen met –achtereenvolgens- “Ride for the King” (2000), “Me and Mr. Johnson” in 2004, “Road to Escondido” in 2006 en vorig jaar bracht hij “Clapton” uit met allemaal liedjes uit het American Songbook, oude dixieland, blues en jazz nummers. Tijdens die opnames deed ook Wynton Marsalis mee en je kunt er wel van uitgaan dat daar de plannen ontstonden voor het concert in april van dit jaar.

Ook Wynton Marsalis (9x Grammy winnaar) is in zijn carriere voortdurend bezig geweest met het samenbrengen van blues en jazz-stijlen. Ook hij werkte eerder met grootheden als B.B.King en Willie Nelson. “Music doesn’t belong to anyone or any group of people. Music is music. If you can play it, it belongs to you.” Zo stelt Marsalis in een van de gesproken commentaren op de DVD. Opmerkelijk dat juist Marsalis door een aantal vakgenoten -kritisch- wordt gezien als een jazz-purist.

Hoe het ook zij, op deze avond 9 april 2011 komen oude jazz en bluesstijlen tezamen. Marsalis in eén van zijn commentaren: “There are different styles of music, but there are roots styles of music that brings us all together.” Clapton vertelt tijdens de show: “I pat myself on the back – it took a lot of courage to come here,“… en …”I used to say to all the bluesmen I met, I ‘m just doing this until I get a gig with a jazz band.” En het moet worden gezegd, deze combinatie van blues en jazz werkt. Uitstekend zelfs!!

Na het aanstekelijke dixielandnummerIce Cream’ van Louis Armstrong , een radiocommercial voor een ijswinkel uit de twintiger jaren, komen we terecht bij eén van Clapton’s bekende liefdes ‘Forty-Four‘, ook zo’n original uit het begin van de vorige eeuw maar door Howlin’ Wolf in 1954 bekend geworden. Hier staat het samenspel tussen de stem van Clapton en de trompetten van Marsalis en Printup centraal. Je kunt hier goed horen dat de stem van Clapton in al die jaren behoorlijk op temperatuur is gekomen om dit soort oude nummers goed te kunnen vertolken.

Joe Turney was de broer van Tennessee gouverneur Pete Turney uit het eind van de 19e eeuw. Joe nam –vaak op oneigenlijke gronden of kleine vergrijpen- african americans gevangen om die vervolgens jarenlang te werk te stellen in daartoe bestemde boerderijen of plantages. Feitelijk een –wat brute- voortzetting van de slavernij. Als iemand in de zwarte gemeenschap vermist werd door toedoen van Turney werd dit rondverteld door de kreet “They tell me Joe Turner’s come and gone.” En dat is ook wat Clapton in deze slepende bijna zwoel aandoende ‘Joe Turner’s Blues’ van W.C. Handy zingt. Voorgaande versies door andere artiesten hebben meer (zelfs gesproken) tekst, maar op deze avond is de kern van de boodschap duidelijk. Het is ook meer een omlijsting voor het –indrukwekkende- soleren van klarinettist Victor Goines en Eric’s  Gibson.

De set vervolgt met het romantisch klinkende “The Last Time”, het mooie gedragen “Careless Love” van Bessie Smith en de boogie woogie jump “Kidman Blues”. Maar een van de hoogtepunten van de avond is toch “Layla”, en dan wel de unieke interpretatie van Marsalis van deze Derek & The Domino’s hit. Met een chaotisch bijna pompeus begin overgaand in een langzaam New Orleans marsrythme geleid door Ali Jackson waar doorheen langzaam de overbekende melodie en riffs van het bekende Layla boven komen drijven. Ook hier weer de prachtige rauwe volle stem van Clapton. Het is natuurlijk niet meer dan logisch dat Clapton hier meer soleert dan op de andere nummers van de live CD/DVD. Maar ook Marsalis schittert hier op trompet, Crenshaw op trombone en Goines op klarinet doen -achtereenvolgens- ook een duit in het zakje! Daarmee de piano-solo van het origineel compleet in de vergetelheid brengend.

Na een bekentenis van Marsalis dat ook hij wel eens “on the wrong side of the beat” speelt wordt “Joliet Bound”  van Memphis Minnie gezongen door trombonist Chris Crenshaw. Het is een vrolijk aandoende ‘travelling blues´over de Joliet Correctional Facility in Illinois. Crenshaw laat zich hierin ontdekken als een talentvolle blueszanger. Van zijn trombone gebruikt hij hier alleen de schuif om het geluid behendig in een glas op te vangen met een apart scherpe sound als gevolg.

Ronduit indrukwekkend is het spirituele “Just A Closer Walk With Thee“, de new orleans funeral-mars. Marsalis nodigt hiertoe de ‘stellar’ Taj Mahal uit om de hymne te zingen. De stem van Mahal staat als een huis in het langzame tempo van de funeral-mars. Na slepende klarinet- en trompetsolo’s voert Ali Jackson het tempo op met een strakke drumsolo waarmee hij het geluid van een hele drumband genereert. De band neemt het rythme over, met Taj Mahal swingend op zijn kruk, die uiteindelijk wordt afgesloten door Eric met een heerlijke solo. De toegift van de avond is het vrolijke “Corinna Corinna“, wederom en uiteraard, met Taj Mahal op vocals en ditmaal ook banjo. Maar het is Don Vappie die hier laat horen wat een heerlijk rythme instrument de banjo eigenlijk is. Taj Mahal opende ook de avond waarvan  het nummer “Stagger Lee” als bonus op de DVD is te vinden.

Deze CD/DVD is een werkelijk unieke registratie van hoe twee muziekstijlen uit de vroege jaren van blues en jazz zijn samengebracht. “A show like this brings out the great feeling of community that musicians have” aldus Marsalis aan het eind van de DVD. Ik heb de sterke overtuiging dat dit gevoel met deze CD en DVD goed is overgebracht.

www.ericclapton.com

www.wyntonmarsalis.org

www.jalc.org

www.warnermusic.nl

luister naar deze cd op spotify

 

 

Geef hier uw commentaar

%d bloggers like this: